Geef cultureel erfgoed een nieuwe toekomst en steun BOEi! - Doe mee

De geschiedenis van het kloosterdorp Steyl

Kloosterdorp Steyl is een wereld op zichzelf. Een Duitse geestelijke enclave en nog beleefbare missiegeschiedenis van rond 1900 in Nederland. De afgelopen decennia is het Katholieke leven landelijk enorm gekrompen en ook in Steyl hebben de broeders en zusters zich teruggetrokken uit een groot deel van het oorspronkelijke complex. Het is maar de vraag hoeveel er nog van over zal zijn over twintig jaar. Dit is waarom BOEi verhalen verzamelt en kernkwaliteiten opstelt. De onderstaande inleiding op de geschiedenis van het Kloosterdorp vormt deel van het kernkwaliteitenonderzoek van Daniela van Groningen.

De geschiedenis van het Kloosterdorp

Het kloosterdorp Steyl zoals wij dat kennen gaat terug naar de stichting van het missiehuis St. Michael in 1875. In de 150 jaar daarna kwamen daar meerdere kloosters, bijgebouwen en tuinen bij en werd Steyl wereldwijd bekend dankzij het missiewerk. 

Steyl was in de negentiende eeuw een kleine nederzetting die kampte met economische achteruitgang. De handel via de Maas – waarmee Steyl een zekere mate aan welvaart opbouwde – liep terug door de opkomst van het spoor. Door de economische malaise waren gebouwen en terreinen goedkoop te verkrijgen. Daarnaast ligt Steyl op een steenworp afstand van de Duits-Nederlandse grens en was het maar één uur tot de volgende Deutsche Post. Dit maakte Steyl aantrekkelijk voor de stichting van een Duits missieseminarie. Arnold Janssen, een Duitse priester, moest Duitsland tijdens de Kulturkampf ontvluchten. Tijdens de Kulturkampf streed de Duitse overheid tegen de katholieke kerk en wilde haar invloed beperken. Onder de Nederlandse godsdienstvrijheid wilde Janssen een Duitse missieseminarie oprichten. 

​De bouw van het Missiehuis en het Heilighartklooster

Janssen kocht in 1875 een oude herberg in Steyl langs de Maas en begon met het bouwen van het missiehuis St. Michael. Janssen stichtte het missieseminarie St. Michael en de societas verbi divini (gezelschap van het goddelijk woord voor paters en broeders) om paters en broeders op te leiden voor het missiewerk. Het doel daarvan was om in de Duitse koloniën en in gebieden waar veel Duitsers naar toe migreerden het Katholieke Geloof te verspreiden. In 1889 kwam hier de congregatie van de dienaressen van de heilige geest bij, die mede werd gesticht door Maria Helena Stollenwerk en Hendrina Stenmanns, om vrouwen en zusters op te leiden voor het missiewerk. Zij kregen een eigen klooster – het Heilighartklooster – dat vanaf 1901 werd gebouwd op de plek van een oude steenfabriek. 

Ter ondersteuning van het missiewerk wilde Janssen een gesloten congregatie die zich wijdde aan het aanbidden van het heilige sacrament. Voor de zusters van deze congregatie (zogenaamde Slotzusters) werd het Heilige Geestklooster gebouwd (intrek in 1914). De zusters van de goddelijke voorzienigheid die in het St. Josephklooster woonden, hadden voornamelijk charitatieve taken zoals de zorg voor weeskinderen, onderwijs en zieken.

Een verzorgingshuis, ketelhuis en drukkerij

Naast deze kloostergebouwen werden gebouwen opgetrokken die het kloosterleven moesten faciliteren en het missiewerk vergemakkelijken. Zo kwam er het St. Gregorklooster dat als verzorgingstehuis voor seniorpaters en –broeders diende. In de kloosterdrukkerij werden bijbels, flyers en de krant Die Stadt Gottes gedrukt. De laatste werd verkocht aan Duitse katholieken om de missiegedachte te verspreiden en inkomsten te vergaren. Het ketelhuis en de watertoren waren gebouwen voor zelfvoorziening en er kwam zelfs een zwembad. 

Op het terrein werden tevens kloostertuinen aangelegd. Zij zijn een mengeling van tuinbouw en recreatietuinen met religieuze elementen zoals een kruiswegstatie, grotten en religieuze beelden. De grotten werden steentje voor steentje gemaakt door de broeders en de tuinen werden door de kloosterleden onderhouden. Broeders en zusters kwamen hier om te bidden, maar ook voor spel. Daarnaast werd er door pater Peter Jochum vanaf 1933 een botanische tuin aangelegd. Deze werd gevormd met plantenzaden die missionarissen vanuit alle werelddelen opstuurden. De botanische tuin was bedoeld voor educatieve doeleinden. 

In 1931 werd het Missiemuseum gesticht waar (kunst)voorwerpen uit de missielanden werden tentoongesteld. Missionarissen stuurden de voorwerpen met een volkenkundige of natuurhistorische waarde op. De verzameling moest de missionarissen in opleiding dienen om de volkeren en landen te bestuderen waar zij naartoe zouden worden gestuurd. 

​Veranderende tijden

Sinds de jaren 60 gaat het aantal kloosterlingen in Nederland terug en zo ook in Steyl. Steeds minder mensen treden in een klooster, wat de vergrijzing van de kloostergemeenschappen tot gevolg heeft. In 2008 werd het kloostergebouw St. Gregor gesloten. St. Michael, het Hl. Hartklooster en het Hl. Geestklooster zijn nog als kloosters in gebruik, maar ook hier wordt over nagedacht hoe de ruimte (deels) anders kan worden gebruikt, iets wat ook nu al gebeurt bij verhuur aan bezoekende groepen. Het ketelhuis, het zwembad en de drukkerij zijn gesloten en wachten op een nieuwe invulling. De betrokkenheid van BOEi begon al in 2008 toen we op verzoek van de vrijwilligersgroep meekeken bij de doorgevoerde restauratie van het ketelhuis.

Lees ook onze andere verhalen over Kloosterdorp Steyl.


Tekst: Daniela van Groningen 2024