Geef cultureel erfgoed een nieuwe toekomst en steun BOEi! - Doe mee

Bouwhistorisch onderzoek

Wat voor pannen liggen er op het dak? Hoe oud is de kapconstructie? Is de indeling van het pand een keer aangepast? Hoe is een complex in der loop der jaren gegroeid? Een bouwhistorisch onderzoek laat zien hoe een pand oorspronkelijk gebouwd is en welke verbouwingen en transformaties het in de loop der jaren heeft ondergaan. Het brengt de historische gelaagdheid in beeld en verteld het verhaal van het gebouw.

Bouwhistorie

Inzicht in de bouwhistorie van een pand is nodig om bij een herbestemming (en restauratie) verantwoorde afwegingen te kunnen maken. Daarom is het belangrijk om een bouwhistorisch onderzoek zo vroeg mogelijk in het proces plaats te laten vinden. Samen met de bouwtechnische staat vormt het de 0-meting waarop verdere keuzes gebaseerd worden. Zo maakt een bouwhistorisch onderzoek duidelijk waar transformaties mogelijk zijn met behoud van de bouw- en cultuurhistorische waarden van het gebouw. De bouwhistorische waardestelling dient vervolgens als toetsingskader voor restauratie, verbouwing of herbestemming.

Randwijk
Ellecom ss turnhal 2022

Het ontwerp van twee houten ziekenbrakken in Ede uit 1907. Bron: Gelders Archief

Wat is een bouwhistorisch onderzoek?

Een bouwhistorisch onderzoek bestaat uit een analyse van het bouwvolume, de gevels, constructie en het interieur van een gebouw. Hierbij worden de verschillende onderdelen beschreven en voorzien van een datering. De uitkomsten uit deze analyse worden samen met archief- en literatuuronderzoek uitgewerkt tot een bouw- en gebruiksgeschiedenis. In het archief worden bouwtekeningen, bestekken, historische foto’s en oude kadastrale en topografische kaarten onderzocht.

In de bouw- en gebruiksgeschiedenis wordt de ontwikkeling van een gebouw vervolgens opgedeeld in verschillende bouwfases. Elke fase wordt daarna weergegeven op een faseringstekening. Dit is een tekening van de plattegronden waarop met verschillende kleuren de verschillende fases zijn aangeduid. Hierdoor is in een oogopslag zichtbaar welk onderdeel uit welke periode komt.

De meeste bouwhistorische onderzoeken hebben ook een zogenaamde interne waardestelling. Hierbij wordt het relatieve belang van de onderzochte onderdelen in het pand bepaald binnen de context van het onderzoeksobject zelf. Dus niet de waarde van bijvoorbeeld een steenfabriek ten opzichte van de andere steenfabrieken maar de waarde van de verschillende muren, vensters en in het geval van een steenfabriek ovens en schoorstenen ten opzichte van elkaar. De interne waardestelling wordt weergegeven op de plattegronden in een waardestellingsrepresentatietekening. Hierop is de waarde van ieder onderdeel direct herleidbaar aan de hand van een kleur. Een bouwhistorisch onderzoek richt zich enkel op het gebouw en de historie daarvan. De bouwtechnische staat en de gewenste herbestemming worden dan ook niet meegewogen. Hierdoor krijgt u een onafhankelijk rapport over de bouwhistorische waarden.

Fragment uit een bestek van een kerk. Bron: Streekarchief Gooi en Vechtstreek

Soorten bouwhistorisch onderzoek

Er zijn verschillende soorten bouwhistorisch onderzoek. Het verschil zit met name in de diepgang van het onderzoek. Alle onderzoeken met een waardstelling worden gemaakt conform de Richtlijnen Bouwhistorisch Onderzoek (in 2009 opgesteld en uitgegeven door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Stichting Bouwhistorie Nederland, de Vereniging Nederlandse Gemeenten, Atelier Rijksbouwmeester en Rijksgebouwendienst).

Bij BOEi kunt u kiezen voor de volgende onderzoeken:

Bouwhistorische quickscan - een lichte opname waarbij het pand op hoofdlijnen wordt onderzocht

Bouwhistorische verkenning of opname – een onderzoek waarbij het pand geheel wordt onderzocht. Een verkennig is minder uitvoerig dan een opname maar gedetailleerder dan een quickscan

Bouwhistorische ontleding - hierbij wordt een gebouw of complex tot in detail onderzocht, ingemeten en gedocumenteerd. Bij een ontleding is sprake van destructief onderzoek: de bouwhistoricus kan voorzetwanden, verlaagde plafonds etc verwijderen om de constructie en het metselwerk beter te onderzoeken en zo de geschiedenis van het pand beter in kaart brengen.

Bouwhistorische inventarisatie – dit onderzoek wordt vaak uitgevoerd bij het opstellen van een nieuwe beleidsvisie of een cultuurhistorische waardenkaart. Het brengt van een bepaald gebied, bijvoorbeeld een woonwijk, in kaart welke objecten mogelijk cultuurhistorisch waardevol zijn en waarvan nader onderzoek gewenst is. De gebouwen worden hierbij meestal alleen van de buitenzijde beoordeeld.

Interieurhistorische opname – net als bij en gebouw is een interieur vaak historisch gelaagd. Bij een opname wordt een ruimte (interieur) systematisch beschreven, de onderdelen geplaatst in de bouwhistorische context en indien wenselijk bijzondere vaste interieuronderdelen gedocumenteerd.

Met u als opdrachtgever wordt afgestemd hoe diepgaand het onderzoek is. Op moment dat er snel bepaald moet worden of een gebouw of complex cultuurhistorische waardevol is of waardevolle onderdelen heeft kan gekozen worden voor een quickscan. Op het moment dat alle details in kaart gebracht moeten worden voor een restauratie dan kan gekozen worden voor een ontleding.

Wilt u geen volledig onderzoek laten uitvoeren maar wel meer weten over de historie van een gebouw? Dan kunnen we ook een beknopte historie opstellen gebaseerd op archief en literatuur onderzoek. Dit kan bijvoorbeeld onderdeel zijn van een haalbaarheidsonderzoek.

Vervolgstappen

Heeft u een bouwhistorisch onderzoek laten uitvoeren en wilt u weten hoe dit zich vertaald naar een verantwoorde herbestemming? Dat kan door een transformatiekader op te laten stellen. In een transformatiekader worden kansrijke uitgangspunten geformuleerd voor de ontwerpopgave van een herbestemming of gebiedsontwikkeling. Het bouwhistorisch onderzoek is samen met de kernkwaliteiten de basis van dit onderzoek. Indien gewenst kan de beoogde herbestemming hierin al meegenomen worden. In het transformatiekader wordt gezocht naar een optimale balans tussen erfgoedwaarden en ontwikkelbelangen.

Meer weten? Neem dan contact op met onze bouwhistoricus Kim Heuvelmans

 

 

Sint-Bernarduskerk slide header