Hoe verduurzaam je een rijksmonumentale kerk uit 1936? Tegenwoordig zijn zonnepanelen wel bespreekbaar met de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed. “Maar toen BOEi in 2015 bij de herbestemming van deze Adrianuskerk in Esbeek werd betrokken, kon dat absoluut nog niet”, zegt ontwikkelingsmanager Rinkjan Postma van BOEi. De oplossing? “De panelen kwamen op het dak van een zalencentrum, even verderop in de straat.”
De Adrianuskerk is een belangrijk icoon voor het Brabantse dorp, maar in 2013 vond de laatste eredienst er plaats. Het nadenken over herbestemming begon vrijwel direct, de dorpscoöperatie Esbeek nam daarbij het voortouw. Er was snel een serieus plan: kon de basisschool, gehuisvest in een sterk verouderd pand, wellicht verhuizen naar de lege kerk? Dan konden er seniorenwoningen komen op de locatie van de af te breken school. Postma: “De gemeenschap, een hechte samenleving, zag het helemaal zitten. De directeur van de basisschool zei: ik vind het prima, maar ik wil niet meer kwijt zijn aan energie dan nu.”
Interreg-subsidie voor energiesystemen
Verduurzamen is nogal een uitdaging bij een bakstenen kerk uit de jaren dertig van de vorige eeuw. Rinkjan Postma: “Er was nooit iets aan isolatie gedaan. Op zondag zette de koster twee uur voor de dienst begon een oude heteluchtverwarming hard aan. Dat kon: toen was gas nog goedkoop.” De meest voor de hand liggende oplossing, muren isoleren, was hier niet aan de orde. “De binnen- en buitenmuren van de Adrianuskerk zijn van schoon metselwerk. Er mocht vanwege de rijksmonumentale status niets aan het aanzicht veranderen.” BOEi pakte de handschoen toch graag op, zegt Postma. “We dachten: we kijken hoe ver we komen. Het behoud van de school, een nieuwe bestemming voor de kerk, de bouw van meer seniorenwoningen, dat was allemaal belangrijk voor de bewoners van Esbeek.”
De dorpscoöperatie werkte hard mee en vroeg via de provincie een interreg-subsidie aan voor ‘innovatieve energiesystemen’. Het kostte anderhalf jaar, waarbij een heel team binnen en buiten BOEi nadacht en testte wat er mogelijk was, maar het kwam voor elkaar. Postma: “Eén van onze installateurs zei destijds al: als je het betaalbaar wilt houden, moet je van gas naar elektra. Gas wordt duurder en met natuurlijke bronnen als zon en wind wordt elektra steeds goedkoper,”
Monumentaal karakter behouden
De combinatie van diverse energiezuinige systemen bleek de oplossing. Het dak en de vloer konden met hoogwaardige materialen worden geïsoleerd, om de warmtevraag te beperken. De vloeren werden voorzien van een innovatief capillair vloerverwarmingssysteem zonder pomp, dat snel opwarmt en afkoelt, ideaal voor een school. De zonnepanelen op het dorpshuis wekken energie op voor zowel het dorpshuis als het kerkgebouw. Er is een lucht-water warmtepomp voor verwarming en koeling, die nauwelijks stroom verbruikt. Voor de ventilatie is er een CO2-gestuurd ventilatiesysteem met warmteterugwinning. Het gebouw is nu gasloos. “Daar zijn ze met deze gasprijzen natuurlijk heel erg blij mee.”
Het binnenklimaat in de school is prima. Om het gebouw als basisschool te kunnen gebruiken waren er wel strenge eisen op het gebied van daglicht toetreding. Daar werd aan voldaan door de plaatsing van solartubes in het dak. Een energielabel aan zo’n monumentale kerk ‘hangen’ is niet te doen, zegt Postma. “Maar het energieverbruik is in lijn met de verwachting. En dat de kerk van het gas af is, heeft natuurlijk helemaal veel beter uitgepakt dan we ooit hadden kunnen denken. We hebben veel ingrepen gedaan maar het monumentale karakter van de Adrianuskerk is behouden. Het project krijgt veel waardering.”