Dit artikel maakt deel uit van het boek KIJK!, over 25 jaar herbestemmen door BOEi.
De trampolinekerk, heet ‘ie tegenwoordig. Het is er drukker dan ooit en de gemiddelde leeftijd van de bezoekers was nog nooit zo laag. Sinds 2018 huurt Flight Deck 53 de kerk aan de Bosdrift in Hilversum en zit er een trampolinepark in het bijzondere en fotogenieke interieur. Op de website veel foto’s van springende kinderen tussen bakstenen bogen, gebrandschilderd glas en fresco’s.
Vuurdoop
Herbestemming van religieus erfgoed is altijd een heikele zaak en deze Clemenskerk in de Hilversumse Bloemenbuurt was in 2010 de vuurdoop voor BOEi op dat gebied. De 15 jaar daarvoor was er veel discussie geweest over een passende bestemming, maar het leidde tot niets. Eric van der Want was in 2010 wethouder in Hilversum, met monumentenzorg in zijn portefeuille. De Clemenskerk was een klassiek hoofdpijndossier. “Er werd van alles bedacht, maar steeds ging het niet door. Of omdat een exploitant zich terug trok, maar ook vanwege het eisenpakket rondom verkoop van de rooms katholieke kerk.” Het bisdom wilde eigenlijk niet verkopen, en ook een actieve groep buurtbewoners, verenigd in de stichting Vrienden van de Clemenskerk, zag veel initiatieven absoluut niet zitten. “De kerk moest blijven, maar sloop was lang een serieuze optie.”
Kerk in verval
De kerk raakte steeds verder in verval en toen op het laatste moment de mogelijke redder in nood Stadsherstel Amsterdam op last van de minister af moest haken, leek een oplossing verder weg dan ooit. Tot de Hilversumse monumentenambtenaar Arie den Dikken BOEi benaderde. Een organisatie die industriële complexen kon restaureren en herbestemmen, die kon toch ook wel een kerk aanpakken? opperde Dikken, een kerk is ook een soort hal. BOEi besloot om ‘toe te happen’. Religieus erfgoed maakte vanaf dat moment ook deel uit van het bezit aan monumenten. Maar het zou een langdurige, pijnlijke en kostbare kennismaking worden, de eerste aanpak van dit type erfgoed.
Gewelfschildering
De restauratie ging vlot van start en was in drie jaar tijd afgerond. Het interieur werd gerestaureerd, er kwam een bijzondere gewelfschildering tevoorschijn die verborgen zat onder een verflaag. De pastorie werd niet gesloopt maar opgeknapt ‘bij een kerk hoort nu eenmaal een pastorie en het gebouw was nog puntgaaf, hooguit wat verveloos.’ Het ontsierende bitumen dak werd vervangen door fraaie leien. De Mariakapel werd later nog ingericht als stilteplek, een wens van de buurt en kerkgangers. Ook kwam er in een later stadium nog vloerverwarming in de kerk.
Moeizaam contact
Maar het contact met de buurt verliep gedurende het hele traject uitermate moeizaam. De Vrienden van de Clemenskerk zetten vol in op een culturele of maatschappelijke invulling en de buurt was erg beducht voor toenemende parkeerdruk. De zoektocht naar een potentiële huurder werd ‘een vete’ en elke vergunning die BOEi aanvroeg werd aangevochten en zorgde dus voor vertraging. Van der Want: “Ja natuurlijk zou een muziekzaal daar geweldig zijn, maar die zíjn er al genoeg in Hilversum, we hebben al die Tv-studio’s ook nog.” Even leek er een vintagewinkel in het pand te komen, maar ook dat ketste op het laatste moment af. “Het heeft na de restauratie nog járen geduurd voor de herbestemming rond was. BOEi heeft alle klappen gekregen en opgevangen. Ik vind dat ze erg veel lef hebben getoond. Je moet als organisatie niet teveel van dit soort ‘bleeders’ in je portefeuille hebben, lijkt me.”
Meer bewegen
Een trampolinecentrum is misschien niet het eerste waar je aan denkt bij de herbestemming van een kerk, maar de gemeente Hilversum is enthousiast: het past in hun wens om jongeren te stimuleren om meer te bewegen. Alle ingrepen – voor zover die er zijn – zijn bovendien reversibel en tasten het rijksmonument niet aan. De Vrienden van de Clemenskerk spreken van ‘een groot drama’. In een schriftelijke reactie stellen zij: “Sloop van het kerkgebouw is dan wel voorkomen, maar een mooie verbindende buurtfunctie voor monument en kerktuin is er niet gekomen. (..) De nieuwe functie slaat in feite als een tang op een varken.”
Dat de kerk bewaard is gebleven is echt fantastisch, vindt de voormalige wethouder “Er komen mensen, het gebouw is weer in gebruik en het pand kan dankzij de restauratie weer jaren mee.” De kerk heeft z’n oorspronkelijke schoonheid weer terug, vindt hij ‘mede door het nieuwe dak.’ Het gebouw (ontwerp van de Rotterdamse architect J.W.A. van Gils) stamt uit 1914 en is een architectonisch hoogtepunt in de Bloemenbuurt. Stedenbouwkundige Willem Dudok, die de wijk er omheen ontwierp, hield in zijn plannen veel rekening met de positie en het aanzicht van de kerk. “De kerk hoort in de buurt en dat het gebouw er nog staat is van een waarde die je niet in geld uit kunt drukken.”
Byzantijns interieur
Ook het interieur is bijzonder, veel rood-wit geblokte boogconstructies van baksteen en pleisterwerk, hier en daar goudkleurige ornamenten. “De contrastrijke strepen in het Byzantijns ogende interieur doen het goed op Instagram,” constateert erfgoedadviseur Mascha van Damme in het boek Kerkgebouwen, dat de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed vorig jaar uitgaf. En inmiddels springt de jeugd er regelmatig omhoog.
Als u een BOEi-obligatie koopt of Vriend van BOEi voor het leven wordt, ontvangt u het boek ‘KIJK!, 25 jaar herbestemmen in Nederland’ cadeau. Boordevol foto’s en artikelen over nieuw leven voor oude gebouwen. Meer informatie vindt u op onze website.