Geef cultureel erfgoed een nieuwe toekomst en steun BOEi! - Doe mee

Mijn broertje.. - Zuiderziekenhuis

23_rina_smeerdijk_.jpg

Een verhaal over het Zuiderziekenhuis van Thea Metske:

“Mijn broertje belandde in 1974 in het Zuiderziekenhuis toen hij twee en een half was. Thuis had hij een keelontsteking gekregen en dat zorgde uiteindelijk voor een hartvliesontsteking. Hard ziek, met het vooruitzicht dat hij een ‘pantserhart’ zou krijgen omdat het vlies om zijn hart zou krimpen. Als hij opknapte moest hij sowieso geopereerd worden. Mijn broertje was onze Benjamin, de jongste van elf kinderen. Boven hem waren tien meisjes. Ik was nummer negen en toen 7 jaar oud. Mijn broertje  lag in de ‘barakken’, noodgebouwtjes waarin de kinderafdeling gehuisvest was. Elke middag ging ik naar het ziekenhuis als ik uit school kwam, van de Leede naar de Groene Hilledijk, op mijn blauwe mini-opoefiets. Mijn moeder was er dan al, maar ik mocht niet naar binnen. Kinderen mochten niet op bezoek komen. Het voelde unheimisch.

Ik ging naar de toegangspoort, langs de portier die daar in een hokje zat met een donker uniform aan. Elke dag weer was ik bang dat ik terug gestuurd zou worden. Als ik bij de barak aankwam zette ik mijn fietsje tegen de heg en stond ik voor het raam naar binnen te kijken. Daar lag mijn broertje, doodziek, mijn moeder naast zijn spijlenbedje op een stoel. Zwaaien was alles wat ik kon doen en dat deed ik dan ook. Op een zondagmiddag om een uur of twee werden mijn vader en moeder opgebeld en verzocht naar het ziekenhuis te komen. Het ging niet goed met mijn broer. Wij als zusjes bleven achter. Mijn oudste zus was 18 jaar en had nachtdienst gehad, ze lag te slapen toen mijn vader en moeder gebeld werden.

We hebben haar uit bed gehaald, met schrille stemmetjes vertelden we wat er aan de hand was. Mijn zus deed een beetje chagrijnig en liep verwezen met dikke slaapogen rond alsof ze in een verkeerde film beland was. In een hoekje van de kamer zat ik te bidden en te huilen en mijn zusjes zaten verspreid door het huis ook te bidden voor ons broertje alsof zijn leven er van af hing- en dat was ook zo. De angst kroop naar mijn keel en ik kreeg het kippenvel op mijn benen, terwijl het zonnetje scheen.
God zij dank knapte mijn broertje op. Uiteindelijk werd hij zelfs helemaal beter en hoefde hij niet geopereerd te worden. Na drie maanden kwam hij thuis.

Thea Metske, 2017

Foto: drie zusters in opleiding op de kinderafdeling Paviljoen 3 uit de collectie van Rina Smeerdijk. We weten niet helemaal zeker of het een hier echt kindje is, of een ‘oefenbaby’.