Nieuw leven voor betekenisvolle gebouwen? Het begint bij een haalbaarheidsonderzoek. Lees meer
 

Het verhaal van licht en kleur: de glas-in-loodramen van het St. Gregoriusklooster in Steyl

Al eeuwenlang vertellen glas-in-loodramen verhalen in licht en kleur. Ook verbinden ze eeuwenoude technieken met de spirituele en esthetische behoeften van hun tijd. In het Kloosterdorp in Steyl staat het St. Gregoriusklooster waar al deze elementen samen komen. De in de jaren 50 vervaardigde vensters weerspiegelen de oorspronkelijke invloed van de neogotiek.

De wederopbouw van het klooster

Het St. Gregoriusklooster, gelegen ten zuidoosten van het St. Michaelsklooster, werd eind 19e eeuw verder uitgebreid als onderdeel van de missieactiviteiten van Arnold Janssen. De oorspronkelijke kapel van het complex bleek al snel te klein, waardoor een ambitieus plan ontstond om twee extra vleugels én een dubbele kerk te bouwen, compleet met glas-in-loodramen die perfect aansloten bij de religieuze iconografie en in de stijl van de neogotiek.[1]

Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het klooster beschadigd door granaatinslagen, waarbij de oorspronkelijke vensters verloren gingen. In jaren 50 slaagde broeders en zusters van Steyl erin om het gebouw in ere te herstellen met nieuwe vensters die niet alleen functioneel waren, maar ook kunstzinnig en iconografisch een brug sloegen naar de 19e-eeuwse beeldtaal.

De glas-in-lood vensters van de benedenkerk

De ontwerpen van deze nieuwe vensters, gemaakt door de glazeniers van het St. Michaelklooster, zijn waarschijnlijk gebaseerd op de tekeningen van Andreas Amrhein. Deze Zwitserse Benedictijn en kunstschilder bezocht Steyl in 1883 en ontwierp glas-in-loodramen voor de dubbele kerk van St. Michael, die echter toen niet gebruikt werden. Zijn ontwerpen vonden decennia later alsnog hun weg in de wederopbouw, wat een bijzonder historisch en artistiek verband creëert.

Elk venster is opgebouwd uit twee zones, elk met een eigen functie en techniek:

  • de rand: deze volgt de contouren van de boog en hoefde weinig licht door te laten. Dit gaf de glazenier de vrijheid om creatieve technieken toe te passen. Gekleurde glasstukken, vaak in blauw, rood of groen, werden regelmatig mat gemaakt of voorzien van dubbele lagen glas om de kleurintensiteit te verhogen. Soms werd er zelfs een verflaag toegevoegd om het licht verder te dempen. Deze aanpak gaf de rand een krachtige en decoratieve uitstraling;
  • het midden: hier was het doel juist om licht door te laten. De ontwerpen voor dit deel werden vaak geïnspireerd door textiel, zoals damast geweven van witte zijde met subtiele oosterse patronen. Op deze lichte achtergrond kwamen kleurrijke motieven tot leven, vergelijkbaar met geborduurde of geappliqueerde decoraties. Hierdoor ontstond een delicate balans tussen lichtdoorlatendheid en kunstzinnige details.

Deze tweedeling komt prachtig tot uiting in de verschillende dubbele vensters van de kerk:

  • grisaillevensters (tapijtvensters): in de aanbiddingskapel wekken tapijtmotieven een serene, bijna meditatieve sfeer op. De combinatie van decoratieve patronen en subtiele lichtspeling versterkt het contemplatieve karakter van de ruimte;
  • medaillonvensters: de grotere kapel wordt gedomineerd door vensters met Bijbelse figuren zoals Maria, Jozef, Michaël, Gabriël en Rafaël. Deze vensters zijn geïnspireerd op de kenmerkende Nazareense stijl van de 19e eeuw, waarbij nadruk gelegd wordt op lichtinval, ernstige gezichtsuitdrukkingen en innerlijke reflectie; een lachend gezicht is zelden te zien;
  • ventilatievensters: op de kleine vensters zijn heiligen zoals Vincentius à Paulo en Gregorius afgebeeld. De iconografie van de vensters leggen een duidelijke link met de geschiedenis van het missie- en kloosterleven.[2]

De wederopbouw van het St. Gregoriusklooster na de Tweede Wereldoorlog is een mooi voorbeeld van hoe traditie en moderniteit hand in hand kunnen gaan. Door terug te grijpen naar historische ontwerpen en deze te combineren met het vakmanschap van hun tijd, hebben de glazeniers een erfgoed gecreëerd dat niet alleen het klooster, maar ook de ideeën van Arnold Janssen en de congregatie opnieuw tot leven brengen.


[1] De neogotiek is een 19e-eeuwse bouwstijl, geïnspireerd door de middeleeuwse gotiek. Het ontstond als reactie op het strakke en rationele classicisme en werd gevoed door de romantische fascinatie voor de middeleeuwen, waarin men de gotiek als de hoogste kunstvorm beschouwde.

[2] Vincentius a Paulo, een Franse priester, richtte in 1625 de Congregatie der Missie op, ook bekend als de lazaristen. Deze orde zond missionarissen naar verre landen zoals China en Brazilië om het evangelie te verkondigen. Paus Gregorius I, ook wel de Grote genoemd, was paus van 590 tot 604. Hij hervormde de kerkorganisatie, stimuleerde missionering in Europa en stond aan de basis van de gregoriaanse zang.


Meer weten over Steyl? Op de verhalenpagina op onze website staan nog veel meer verhalen over het Kloosterdorp.

Tekst en afbeeldingen: Valérie Simons