Geef cultureel erfgoed een nieuwe toekomst en steun BOEi! - Doe mee

Een luchthavengezin op Ypenburg

Opgroeien boven de aankomst- en vertrekhal van een luchthavengebouw. Het is in eerste instantie niet bepaald een plek waarvan je dacht dat wonen daar mogelijk was. Maar toch, in de late jaren veertig, was het stationsgebouw van vliegveld Ypenburg nabij Den Haag precies waar Peter Jägers zijn thuis vond. Aan BOEi vertelt hij over zijn geschiedenis op deze bijzondere plek.

We ontmoeten Peter Jägers voor de ingang van het voormalige stationsgebouw. Ooit een belangrijk aankomst- en vertrekpunt voor gasten van de regering en het Koninklijke Huis, sinds 2016 herbestemd tot kantoorgebouw. Ook Henk Kronenberg van de Historische Vereniging Buitenplaats Ypenburg is aanwezig. Henk is een wandelende encyclopedie en weet alles over het Ypenburg van toen. De historische vereniging heeft overigens zelf een tijdlang onderdak gevonden in de kelder onder het voormalige restaurant en de keuken van het luchthavengebouw.
Remco Veerbeek opent de deur voor ons. Hij is met zijn bedrijf, Zeinstra Veerbeek Architecten, de huidige huurder van het pand. Zo staan er plotseling drie bewoners van het stationsgebouw naast elkaar: De eerste is er geboren, de tweede was er tijdelijk gehuisvest en de derde heeft er nu zijn bedrijf in gevestigd.
Maar in dit verhaal draait het om Peter Jägers. Hoe kwam hij hier op deze bijzondere plek terecht?

Leendert Jägers
“Mijn vader, Leendert Jägers, was in de jaren voor de Tweede Wereldoorlog jachtvlieger,’ vertelt Peter. “Hij kreeg zijn opleiding in Soesterberg, destijds dé plek waar iedereen tot vliegenier werd opgeleid. Na zijn tijd als jachtvlieger moest hij zich minimaal vier keer per maand melden om zijn vliegvaardigheid op peil te houden. Een praktijk die bekend stond als ‘maandvliegen’. Dat gebeurde op vliegveld Waalhaven. Toen in september 1939 de mobilisatie werd afgekondigd, werd mijn vader op Ypenburg gestationeerd. Een plek die hij vrij goed kende. Voor de oorlog had hij er rondleidingen gegeven.”
Vliegveld Ypenburg werd in 1936 voor het eerst in gebruik genomen als terrein voor sportvliegers. “Het was echt een basis voor de elite,” legt Henk uit. “Het bood plek voor de aeroclubs van Rotterdam en Den Haag, particuliere vliegmaatschappijen en de luchtvaartschool. Vliegen was destijds een ware attractie.” Dat is terug te zien in het ontwerp van het stationsgebouw: het restaurant met zijn grote ramen gericht op de startbaan, de dakterrassen en de destijds aanwezige grastribune waar het publiek naar de vliegtuigen kon kijken. Lang hebben de vliegers, reizigers en bezoekers niet kunnen genieten van deze plek. Het vliegveld kreeg tijdens de mobilisatie in 1939 een militaire bestemming.

Op 10 mei 1940 vallen Duitse strijdkrachten het neutrale Nederland binnen. Parachutisten en luchtlandingstroepen landen op vliegvelden rondom Den Haag om zo de koninklijke familie, het kabinet en de legerleiding gevangen te nemen. Zo ook op Ypenburg. Er wordt fel gevochten, ook door de vader van Peter Jägers. De Nederlandse militairen slagen erin de Duitse aanvallers te stoppen maar hierbij sneuvelen 95 militairen. Deze slag, bekend als de Slag om Ypenburg, wordt nog jaarlijks herdacht in het plantsoen tegenover het stationsgebouw.
“Mijn vader ontkwam aan krijgsgevangenschap door een horecabedrijf in Rotterdam te beginnen. Militairen met een burgerbaan werden namelijk vrijgesteld. Zo is hij met mijn moeder door de oorlog heen gekomen.”

Havenmeester
Direct na de oorlog beschikken de geallieerden en de Koninklijke Luchtmacht over het vliegveld, maar al snel neemt luchtvaartmagnaat Frits Diepen de aandelen van het zwaar getroffen Ypenburg over.
Hij stelt Leendert Jägers aan als havenmeester, die maar al te graag terugkeert naar Ypenburg. In feite betekent deze functie dat hij het vliegveld operationeel moet houden. “Het vliegveld is dan een grote ravage,” weet Henk. “Er wordt geprobeerd het vliegveld zo snel mogelijk weer bruikbaar te krijgen, maar dat kost tijd. De Duitsers hadden allemaal geulen gegraven. Doodsbang waren ze dat de Engelsen daar konden landen. Die geulen moesten nu allemaal hersteld worden.”
Ook het luchthavengebouw is door de Duitsers uitgewoond en in niet al te beste staat. Het luchtvaartcomplex wordt onder toezicht van Frits Diepen en Leendert Jägers weer in oorspronkelijke staat gebracht en heropend. Naast de luchtmacht huisvesten ook andere particuliere ondernemingen. Frits Diepen richt de eerste Nederlandse chartermaatschappij, Aero Holland op. Zo krijgt Ypenburg weer haar civiele functie terug.

Frits Diepen (links) en Leendert Jägers (rechts), Collectie HVBY

Als havenmeester van Ypenburg is het belangrijk om op het vliegveldterrein te wonen. Peter: “Er was eigenlijk een voortdurende aanwezigheidseis. Tegelijk had hij de functie van onbezoldigd veldwachter, een soort van politiefunctionaris. Als politieagent kon hij optreden binnen de hekken van het terrein. Hij had dus behoorlijk wat aanzien.”

L. Jägers in kantoor met uitzicht op vliegtuig, Collectie HVBY.

Leendert Jägers en zijn vrouw nemen daarom hun intrek in het luchthavengebouw. Op dat moment hebben ze al samen twee kinderen. In 1947 wordt Peter geboren. Het appartement bevindt zich boven de aankomsthal en is speciaal bedoeld voor de havenmeester. Hoewel de exacte jaartallen niet bekend zijn, vermoedt Peter dat zijn gezin hier enkele jaren heeft verbleven, tot 1948.

Luchthavengebouw. In het midden boven bevindt zich het appartement van de familie Jägers

Samen met Henk en Peter nemen we een kijkje en lopen via de authentieke trap omhoog. Dezelfde trap waarlangs vroeger de obers met dienbladen vol drankjes naar de dakterrassen liepen. Naast dit trappenhuis bevond zich destijds het appartement. Het uitzicht door de stalen kozijnen is niet langer op de start- en landingsbaan. Er ligt nu een tuin met daarachter een bedrijventerrein. Van het oude appartement is weinig terug te herkennen. De vertrekken zijn nu omgevormd tot werkkamers. Prettige werkkamers, gezien het vele licht dat door de grote stalen kozijnen naar binnenkomt. De indeling zal anders zijn geweest dan nu. Peter heeft hier geen herinneringen aan. “Ik was nog te jong. Mijn enige herinnering aan Ypenburg is dat ik uit het raam keek van de directiewoning naar het witte luchthavengebouw.” Deze herinnering dateert overigens van na de verhuizing van het gezin uit het luchthavengebouw naar de directiewoning schuin tegenover. Dit valt samen met de benoeming van Leendert Jägers tot directeur-havenmeester.
“Mijn vader was die jaren druk met het beheer van het vliegveld, maar mijn moeder was ook af en toe actief in de luchtvaarwereld. Ze vergezelde soms chartervluchten met missionarissen. Ze vond het gezellig mee om te gaan Dan deed ze de catering aan boord, een beetje als een stewardess, zij het onbetaald”.

Peter Jägers en Henk Kronenberg in één van de kamers van het voormalige appartement van de havenmeester, nu werkkamer

 

Secretaresses in de woonkamer van Jägers, Collectie HVBY

Hoe was het om het vliegveld op te groeien? Peter kan het niet uit eigen ervaring vertellen. Uit de verhalen van zijn inmiddels overleden zus en oude foto’s blijkt echter dat er veel gespeeld werd op het terrein. Het gezin Jägers had zelfs een oud vliegtuig in de voortuin van de directiewoning staan. Naast het luchthavengebouw bevond zich een kleine speeltuin met onder andere een één-mans-onderzeeboot. Waren er dan andere kinderen op het terrein? “Zeker wel,” beaamt Peter. “Er woonden hier ook andere personeelsleden met hun gezinnen.” Peter heeft vernomen dat zelfs de eerste helikopterpiloot van Nederland, Hein Bulten, samen met zijn vrouw op het terrein verbleef.  De personeelsleden woonden in houten barakken, waarvan sommige nog door de Duitsers waren neergezet. Destijds was er enorme woningnood. Mensen waren blij met zelfs de meest eenvoudige accommodatie.

ILSY
In die jaren krijgt het vliegveld landelijke bekendheid door de Internationale Luchtvaarshows Ypenburg (ILSY). Peter vertelt dat zijn vader samen met Frits Diepen betrokken was bij het bedenken van dit evenement. “Er was in die tijd niet zoveel andere afleiding. Bovendien was het belangrijk om de commerciële luchtvaart en de luchtmacht te promoten. Met het verkopen van toegangskaartjes verdiende ze ook weer geld. Inkomsten die ze op het vliegveld goed konden gebruiken. In 1949 wordt de eerste show georganiseerd. Het is een groot succes. Er worden demonstraties formatievliegen gegeven en er wordt aan stuntvliegen gedaan. In de jaren erna worden de shows spectaculairder. Zelfs de koninklijke familie komt er op af. In 1957 vindt de laatste ILSY luchtshow plaats. De vliegfestijnen veroorzaken teveel overlast. “Straalvliegtuigen gaven geluidsklachten. Zelfs de ruiten uit de kassen braken. Ook de verkeersdrukte gaf problemen.”

Vliegstunt met ladder, Collectie HVBY

 

Peter Jägers voor de ILSY affiches

Leendert Jägers werkt dan al niet meer op het vliegveld. In 1951 komt Ypenburg als gevolg van NAVO-verplichtingen in militaire handen. De luchtmacht neemt het beheer van het vliegveld over. Leendert probeert nog in opdracht van KLM een nieuwe luchvaartmaatschappij in Suriname op te zetten, maar dat mislukt. Hij keert terug met zijn gezin naar Rotterdam en zet samen met zijn vrouw het horecabedrijf voort wat hij in de oorlog begonnen was.
Peter weet hoeveel deze verandering voor zijn vader heeft betekent. “Hij heeft hierna altijd dit bijzondere vliegwereldje gemist: de werkzaamheden, de contacten met de bovenlaag van de maatschappij. Er was altijd genoeg te beleven. Het was de tijd van zijn leven.”

 


Meer weten? Lees ook onze andere verhalen. Of ontdek de boeken in de BOEi-bibliotheek over de luchtvaartgebouwen op Ypenburg.
 


Tekst: Jasmijn Bus 

Foto’s afkomstig uit Collectie Historische Vereniging Buitenplaats Ypenburg en BOEi.