Geef cultureel erfgoed een nieuwe toekomst en steun BOEi! - Doe mee

Baken in uitgestrekt grensgebied - De hervormde kerk van Sint Anna ter Muiden

Henk en Riet Masclee hebben een binding met de Sint Annakerk in het Zeeuwse Sint Anna Ter Muiden. Ze zijn in 1975 in de kerk getrouwd en hun kinderen zijn hier ook gedoopt. In gesprek met BOEi vertellen ze over hun betrokkenheid bij de kerk, sinds 2013 in bezit van BOEi.

De imposante vierkante stompe toren van de Sint Annakerk is vanuit de wijde omtrek goed te zien. Het overblijfsel van wat eens een gotische katholieke kruiskerk uit de veertiende eeuw is geweest torent boven alle huizen van Sint Anna ter Muiden uit. Het koor, het schip en de zijbeuken zijn in de Tachtigjarige oorlog (1568-1648) verwoest. In de loop der tijd is ook de torenspits verdwenen. In 1653 wordt tegen de zuidmuur van de toren een hervormde kerk gebouwd. De consistorie is van iets latere datum.

In september 2013 kwam de kerk in handen van BOEi. Na de restauratie die in 2014 en 2015 plaatsvond, wordt de kerk verhuurd voor bruiloften, partijen en uitvaartdiensten. Ook de Kunstkring van Sint Anna ter Muiden organiseert er culturele evenementen, vaak concerten of exposities. Sinds mei 2021 is het locatiebeheer in handen van Henk Masclee. Zijn vrouw, Riet Masclee is bestuurslid van de Kunstkring. Om de kerk beter te kunnen verhuren, is er door hen flink opgeruimd en schoongemaakt en zijn er enkele aanpassingen gedaan. Henk Masclee: “Samen met BOEi ben ik bezig de verklaring brandveilig gebruik in orde te krijgen en heb ik in afwachting daarvan de bordjes met vluchtwegaanduiding aangebracht. Het Knipscheer orgel moet nagekeken worden. De boxen van de geluidsinstallatie heb ik verhuisd naar het balkon, het geluid is nu beter. Voor allerhande kleine klusjes, zoals ledlicht, documentatie, toiletpapier en boenwas hebben we een collectebus bij de ingang neergezet.”

Tot 2013 werd er nog gekerkt in de Sint Annakerk. Riet Masclee vertelt: “De Protestantse Gemeente Zuidwesthoek had vier kerkgebouwen ter beschikking en de kerkdiensten rouleerden. Door terugloop van de kerkgangers en de kosten voor onderhoud werd besloten de Sint Annakerk af te stoten. Achteraf is het misschien wel jammer; het aantal kerkgangers zou nu makkelijk in de intiemere Sint Annakerk passen.”

De Toren
De oude toren kan via een stenen wenteltrap beklommen worden. Eenmaal boven is er een wijds uitzicht. In de verte ligt de kustlijn met Cadzand-Bad, Natuurreservaat ’t Zwin, Knokke-Heist en Zeebrugge. Bij helder weer is de watertoren van Oostburg, het kasteel van Oostkerke en het Belfort van Sluis goed zichtbaar. Onderaan de toren ligt het plaatsje Sint Anna ter Muiden. Henk Masclee wijst naar een gebouwtje met een kleine toren: “Het witte gebouw is het gemeentehuis. Links daarvan was de school, rechts het huis van de onderwijzer en daarnaast de woning van de predikant.” Het tafereel lijkt op een oude schoolplaat.

Dat het kleine plaatsje ooit een belangrijke handelsstad was is moeilijk voor te stellen; het is vooral de rust die nu opvalt. Henk Masclee vertelt: “Sint Anna ter Muiden was in de middeleeuwen door de ligging aan het Zwin de grootste voorhaven van Brugge. Het was een belangrijke handelsstad en kreeg in 1242 stadsrechten. De toren heeft toen dienst gedaan als vuurbaken. Toen in de 14de eeuw de haven verzandde was dat niet meer nodig. Tegenwoordig is Sint Anna ter Muiden erg in trek bij onze zuiderburen. De Belgische grensovergang ligt vlakbij. Het autochtone bewonersaantal bestaat inmiddels nog maar uit dertig personen. Bijna tweederde van de woonhuizen wordt door Belgische huiseigenaren bewoond of verhuurd voor tijdelijk gebruik.”

Nu de kerk weer toonbaar is en de zondag openstellingen hervat zijn, kan er weer ingezet worden op verhuringen. Tijdens de laatste Open Monumentendagen trok de kerk 400 bezoekers. Riet Masclee vertelt: “Bijzonder was dat er een touringcar met een Nederlands reisgenootschap onder leiding van een Belgische gids de kerk bezocht. Het was de kers op de taart, want het bezoek aan de Sint Annakerk stond niet op het programma. Ze hebben spontaan met zijn allen gezongen in de kerk. Dat klonk fantastisch, want er is hier een geweldige akoestiek. Voor optredens van koren of zanggroepen is deze kerk daarom uitermate geschikt.”

Henk Masclee vult aan: “De kerk ligt afgelegen en de sfeer is knus en intiem waardoor het voor kleinschalige evenementen bijzonder geschikt is. Het is een publiekstrekker voor toeristen; door de rijke geschiedenis is er genoeg te vertellen en het uitzicht vanaf te toren is uniek. Een aantal wandel- en fietsroutes leidt door het pittoreske Sint Anna ter Muiden en de kerk is opgenomen als een van de historische objecten in de ‘Fietsroute Verdwenen Zwinhavens’. Naast de evenementen van de Kunstkring kunnen er orgelconcerten of bijeenkomsten van het dichterscollectief plaatsvinden. Tevens zou de kerk gebruikt kunnen worden voor overnachtingen.” Henk Masclee vervolgt: “Het zal moeilijk worden om de jaarlijkse exploitatiekosten op te brengen. De vraag is of je dit kunt verwachten van een locatie, die zich op het platteland in een krimpgebied bevindt en waar 63% van de huisbezitters meer in het buitenland vertoeft dan in Sint Anna ter Muiden, waardoor zij ook weinig binding hebben met de regio.”

Toekomst
Als Henk en Riet Masclee jonger waren geweest zouden ze in de kerk een Bed & Breakfast gestart zijn. Riet Masclee: “Ik zie dat helemaal voor me. Rechts van de preekstoel een Chesterfield bank en een mooie fauteuil met een schemerlamp. Links een bedbank die je kunt aanpassen wanneer er activiteiten plaatsvinden. Bij aankomst staat er natuurlijk een fles wijn met mooie glazen klaar en ’s ochtends een lekker lokaal ontbijt. Dineren kan bij het luxe restaurant op loopafstand. Horeca is er verder genoeg in Sluis. Er komt dan wel een speciale prijs, anders dan andere logies in de buurt.”

De toekomst voor de Sint Annakerk is nog niet vastgelegd. Henk Masclee: “Ooit was er een plan voor herbestemmen als horecalocatie met erfgoedlogies in de toren. Het is feitelijk wachten op iemand met een goed idee en veel energie.”

Tekst en beeld: Esther Baylé