Geef cultureel erfgoed een nieuwe toekomst en steun BOEi! - Doe mee

De geur van ‘Hete Bliksem’ - Nemiusklooster Den Bosch

25_PICT0060 - Frans_v_Mensfoort.JPG

Tijdens de verhalenstrooptocht zond Els Dorenbosch een verhaal in over het Nemiusklooster. Een verhaal over de zusters en over  ‘de geur van hete bliksem’, dat zij schreef naar aanleiding van een open dag in het klooster. We geven het verhaal hier integraal weer zoals als zij het ons toestuurde.

“De voetstappen klinken hol in het voormalig klooster aan de Nemiusstraat. Er is een open dag. In dit gebouw komt een leerhotel voor jongeren met afstand tot de arbeidsmarkt.  Als ik daar loop met een groep belangstellenden, dwalen mijn gedachten af…

Toen ik ‘n jaar of tien was, heb ik hier ook gelopen, het geluid van de voetstappen herken ik. Samen met mijn tweelingzusje en een nichtje moesten wij elke zondag naar de ‘Mariacongregatie’. Het stonk er altijd naar hete bliksem. We hadden er al een mis opzitten en werden naar het klooster gestuurd. Een grote poort, de gang met terrazzowerk en de trappen, het komt allemaal terug. De holklinkende voetstappen, de schelle stem van de non.
In de kapel zaten we met andere kinderen op de banken en de kapelaan las een stukje voor uit de bijbel.

We zongen liedjes en na een uur lieten ze ons weer gaan. Ik was elke keer bang dat de nonnen mij zouden houden. Ik vroeg aan mijn moeder of ik eraf mocht, mijn zusje vroeg het aan mijn vader. Het antwoord was: NEE.

Het was weer zondag. We belden aan en de non deed open, holklinkende voetstappen, de snerpende stem van de zuster. Ik rook weer hete bliksem. ‘Jullie mogen gaan zitten,’ zei de kapelaan, ik bleef staan en toen we op de knieën moesten bleef mijn zus je zitten en met het zingen hielden we alle drie een hand voor de mond, we deden allemaal dingen die niet mochten en op moesten vallen, maar de zuster zei gewoon: ’tot volgende week.’ Met grote ogen keek ik mijn zusje en mijn nichtje aan en gierend  liepen we naar huis. We hadden nog enige hoop, dat de non onze ouders zou bellen, maar nee, dat gebeurde niet.

Zo ging het maanden lang door totdat…hoera! Nog één keer en we mogen er af. We hebben alle drie net zolang gezeurd tot mijn moeder er een punthoofd van kreeg. Met een brede lach klimmen we de holklinkende trappen op en ruiken de hete bliksem. We zingen, we bidden en we gaan gewoon staan en knielen. Na de bijeenkomst zeggen we de zuster netjes gedag en lopen de vrijheid tegemoet.

‘Komt u ook mee.  De groep is al verder gegaan.’

Verhaal: Els Dorenbosch
Foto kloostergang: Frans van Mensfoort