Geef cultureel erfgoed een nieuwe toekomst en steun BOEi! - Doe mee

BOEi blog | Historisch isolatiemateraal en kurk

Tezamen met de Centrale Markthal werd in de jaren ’30 van de vorige eeuw op het groothandelsterrein in Amsterdam ook een koelhuis gebouwd. In beide gebouwen werd gekozen voor kurk als isolatiemateriaal. Tijdens de restauratie van de Centrale Markthal komen we kurk op verschillende plekken etgen: de buitengevel van de turbineruimtes, maar ook onder de vloer van de wc’s in de kelder van het pand. Vermoedelijk is kurk dus zowel als thermische en akoestische isolatie gebruikt. In deze blog ga ik in op historisch isolatiemateriaal, met bijzondere aandacht voor het gebruik van kurk.

Beknopte geschiedenis van het isoleren

Isolatiemateriaal kent een lange geschiedenis, die in Nederland terug gaat tot het begin van de zeventiende eeuw. Isolatiemateriaal werd gebruik voor bijvoorbeeld plantenkassen, oranjerieën en ijskelders. Ook isolatiemateriaal onder vloeren, boven plafonds, in luiken en deuren en spouwmuren kwam voor. Later werden ook binnen- en buitengevels, gewelven en daken gesoleerd. Deze isolatie zat op bepaalde delen en werd incidenteel toegepast. Het isoleren van gebouwen kwam dus zeker voor maar was niet algemeen gebruikelijk. Het isolatiemateriaal wat in de vroege periode gebruikt werd, was vermoedelijk zowel een thermische als een akoestische isolatie.

Het gebruik van isolatie groeide door de industrialisatie aan het einde van de negentiende en begin van de twintigste eeuw. Om energieverlies te voorkomen en voor de veiligheid van de arbeiders werden installaties voorzien van isolatie. Bijvoorbeeld rondom luchtkanalen, in schoorstenen en in afwerkvloeren. Het gebruik van isolatiematerialen werd standaard vanaf de jaren ”70 van de twintigste eeuw.

Provinciale Noordbrabantsche en s Hertogenbossche courant 01-09-1928
Provinciale Noordbrabantsche en ‘s Hertogenbossche courant 01 september1928’. Bron: Delpher

Historisch isolatiemateriaal

Tot 1880 werden alleen organische materialen gebruik om te isoleren. Deze producten kwamen meestal uit de nabije omgeving en waren goedkoop. De materialen hebben goede isolerende eigenschappen en zijn licht, maar wel erg brandbaar.

De materialen zijn te verdelen in vier verschillende groepen:

  • Bijproducten (kurk, stro, suikerrietstro)
  • Afvalproducten (boekweitdoppen, houtkrullen, zaagsel, vlasafval, kokosvezels)
  • Geteelde producten (hennep, hop)
  • Vergaarde producten (riet, turf, mos, zeegras)

Vanaf 1880 werd er geëxperimenteerd met nieuwe materialen en komen er anorganische en synthetische isolatiematerialen op de markt. Organische materialen werden verwerkt tot nieuwe producten die het aanbrengen makkelijker maakte, waarmee ze sneller verwerkt konden worden. Tot die tijd werden de organische materialen namelijk los gebruikt. In de nieuwe producten werden de materialen verwerkt tot dekens, platen, schaaldelen en koord.

Aan het begin van de twintigste eeuw werd veel geëxperimenteerd met composieten met een organisch materiaal als basis. Deze samenstellingen waren beter bestendig tegen brand en vocht.

De organische isolatiematerialen worden vanaf de Tweede Wereldoorlog steeds meer overgenomen door de nieuwe materialen.

De Standaard 23 september 1932 Bron: Delpher
De Standaard 23 september 1932 Bron: Delpher

Kurk

Kurk werd  in eerste instantie geïmporteerd. Het werd veel gebruik voor het isoleren van ijskelders omdat het licht is en relatief goed bestand tegen vocht. In de negentiende eeuw startten enkele kleine bedrijven in Nederland met het produceren van isolatiematerialen zoals kurk. In de periode tussen 1880 en 1950 waarin veel geëxperimenteerd werd met isolatiematerialen, gebeurde dit ook met kurk. Er werden kurkplaten (lidium in 1904) ontworpen die gebruikt konden worden voor het isoleren van koelcellen, pijpen, zwemvesten, reddingsboeien, bekleding van vloeren, trappen lambriseringen. Er kwam kurkisolatiekoord op de markt dat in lagen rondom een leiding aangebracht kon worden. Kurksteen (kruk met kalk als bindmiddel uit 1885) voor de bouw van isolerende wanden, als vulmiddel voor holle muren en isoleermiddel van stoomketels, stoompijpen en daken. Er werden allerlei composieten met betere eigenschappen ontwikkeld die verwerkt werden tot platen in verschillende afmetingen. Kurk werd onder andere gemengd met kalk, cement (voor kurkvloerplaten), caseïne, koolteer en pek. Deze laatste twee zorgen er bijvoorbeeld voor dat het materiaal veel beter tegen vocht kan. Dit is handig in koude ruimtes waar het teer of pek ook niet smelt. Kurk werd niet alleen gebruikt als thermische isolatie maar ook als geluidswering. Uit Onze bouwmaterialen van J.A. van der Kloes blijkt zelfs dat kurkafval tot pleisterspecie verwerkt kon worden.

Bouwbedrijf en openbare werken; 14-daagsch vakblad_jrg 25, 1948, no 6, 18-03-1948. Bron: Delpher
Bouwbedrijf en openbare werken; 14-daagsch vakblad, jrg 25, 1948, no 6, 18-03-1948. Bron: Delpher

Koelhuis van de Centrale Markthallen

Achter de Centrale Markthal in Amsterdam stond een (inmiddels verdwenen) veilinghal met daarachter een (nog steeds bestaand) koelhuis uit 1935. Fruit en groente kon hier koel bewaard worden en geleidelijk rijpen. Ook overige bederfelijke producten als eieren, vlees, gevogelte en boter werden er bewaard. Het pand is ontworpen door architect Nicolaas Lansdorp van de Dienst Publieke Werken en bestond uit een hoogbouw en een laagbouw. In de hoogbouw waren de daadwerkelijk koelruimtes gevestigd, in de laagbouw de machines en een ketelhuis. Op de begane grond van de hoogbouw bevond zich de voorkoelruimte en een eierontdooi-installatie. Op de verdiepingen stonden diverse kleinere vries- en koelcellen en een grotere koelruimte.

De constructie van de hoogbouw bestaat uit een betonconstructie met paddenstoelvloeren en bakstenen gevels. De muren, vloeren en kolommen waren voorzien van laag kurkisolatie (sommige plekken ca 16 cm dik). Deze isolatielaag is op meerdere plaatsen in het pand nog aanwezig. Uit een archiefstuk van de Dienst Publieke werken blijkt de krukisolatie in 1960 te zijn voorzien van een nieuwe laag die tegen de oude laag (kurk met pleisterwerk) is gezet.

 

Aanbrengen van kurkisolatie in het koelhuis. Bron: Stadsarchief Amsterdam
Aanbrengen van kurkisolatie in het koelhuis. Bron: Stadsarchief Amsterdam
Bouwtekening met de kurkisolatie in het koelhuis. Bron: Stadsarchief Amsterdam
Bouwtekening met de kurkisolatie in het koelhuis. Bron: Stadsarchief Amsterdam
Kurkisolatie in de Koelhal Amsterdam
Kurkisolatie in de Koelhal Amsterdam

In Zutphen staat een soortgelijk koelhuis, de Landbouw uit 1919, van architecten J.G. Wattjes en A.J. Jansen. Ook hier zijn de wanden, zuilen van de paddenstoelkolommen en plafonds voorzien van kurkisolatie. Dit materiaal is onderzocht en blijkt een composiet te zijn van grof gemalen kruk met zwarte pek en teer. In diverse couranten en bouwbladen uit de jaren 30 en 40 (zoals de slagerscourant en het Nederlandsch weekblad voor zuivelbereiding en –handel)  waarin gesproken wordt over isolatie van koelinstallaties wordt kurkplaten en kurkstenen genoemd als het meest gebruikte isolatiemateriaal.  Het is dus geen toeval dat nu ook op het marktterrein in Amsterdam op diverse plekken sporen van kurkisolatie wordt teruggevonden.

Pharmaceutisch weekblad, jrg 78, 1941, no 31, 02-08-1941. Bron: Delpher
Pharmaceutisch weekblad, jrg 78, 1941, no 31, 02-08-1941. Bron: Delpher

 

Bronnen:

Ben Kooij, Historische Isolatie – een eerste verkenning van historische isolatiematerialen en hun toepassingen in monumenten, SBN 49 november 2010 13-14.

Ben Kooij, Pijp- en ketelisolatie, SBN Nieuwsbrief 48, mei 2010 24-29.

Ben Kooij, ‘TEER, PEK EN PADDESTOELVLOEREN, Kurkisolatie met een geurtje in het Koelhuis te Zutphen’ in Zupthen monumentaal, nr 21, december 2011.

Folder historische isolatiematerialen van de RCE.

Piet Bot Vademecum historische bouwmaterialen, installaties en infrastructuur, Alphen aan de Maas 2009.