Nieuw leven voor betekenisvolle gebouwen? Het begint bij een haalbaarheidsonderzoek. Lees meer

Restauratie- en herbestemmingsfilosofie BOEi

Voor BOEi is herbestemmen niet het bewaren van gebouwen maar het doorgeven van verhalen. De verhalen van mensen die in monumenten invulling hebben gegeven aan samenleven, samenwerken en samen zingeving geconcretiseerd hebben.

Daarom staat dit voorop in onze missie. Die verhalen halen we naar boven middels projecten zoals ‘Mensen Vertellen over Monumenten’. Met dat project willen wij de herinneringen van betrokkenen (oud medewerkers, omwonenden, passanten) naar voren halen, met elkaar verbinden en vastleggen voor latere generaties. Het moet ook het besef bij die doelgroepen – dat monumenten bewaren ook voor hun van belang is – stimuleren. De geschiedenis bezien vanuit het perspectief van de leek.

Herbestemmen is voor BOEi ook werken vanuit een gedegen kennis van de objecten, waar ze voor dienden (analyse van de bouwhistorie), wat de cultuurhistorische betekenis is en gedegen kennis van de achterliggende context (economisch, politiek, sociaal en religieus). Daarin is het van belang om de kernkwaliteiten te benoemen en die in de transformatie tot uitdrukking te brengen: wat is de essentie van het object of complex? Dat is meer dan een rigide waardenstelling die in de herbestemmingspraktijk maar al te vaak loszingt van de kwaliteit; de ziel van het monument (die in het nieuwe ontwerp – de herbestemming – tot uiting komt. De geschiedenis bezien vanuit het perspectief van de professional.

Na de restauratie en herbestemming vinden zowel de leek als de professional ter plekke aanleidingen om dieper te spitten. Zo wordt voorkomen dat een mooi gebouw bewaard blijft maar er geen verbinding met de betekenis meer gelegd kan worden. Of anders gezegd: zo wordt voorkomen dat gevraagd wordt waar diende die toren voor? Ter toelichting: die toren is een schoorsteen en dat gebouw er naast een fabriek.

Concreet leidt dit er toe dat herbestemmen voor BOEi een immaterieel en materieel aspect kent. Materieel is en blijft natuurlijk het meest in het oog springend en raakt aan de restauratiefilosofie. Daarom zijn wij zeer terughoudend met terugrestaureren en beschouwen we het complex of de gebouwen die we aantreffen als het resultaat van geschiedschrijving; als het ware een boek met hoofdstukken. Elke generatie heeft hoofdstukken toegevoegd en wij voegen op onze beurt ook een hoofdstuk toe: de herbestemming.

Sporen van gebruik (inclusief –amateur-graffiti), sporen van verbouwingen, uitbreidingen, sloop: alles draagt bij aan het doorgeven van verhalen, het boek met de hoofdstukken. Natuurlijk is er ook sprake van een nieuw ontwerp – voor de herbestemming – maar dan wel een ontwerp dat recht doet aan het ontwerp dat – al dan niet organisch ontstaan is – en de kernkwaliteiten van het gebouw of complex. Deze zeer terughoudende restauratiefilosofie vergt vakmanschap en draagt bij aan het bewaren van de ziel van het gebouw of complex. Iets waar de bezoeker of gebruiker onbewust zeer gevoelig voor is en wat bij die bezoeker of gebruiker vanzelf de vraag losmaakt: “Waar is dit gebouw ooit voor gebouwd?’’.