Geef cultureel erfgoed een nieuwe toekomst en steun BOEi! - Doe mee

Sojafabriek herrijst uit de as

Dit artikel maakt deel uit van het boek KIJK!, over 25 jaar herbestemmen door BOEi.

Op het terras drinken buurtbewoners koffie. Bij de entree staat een groep scholieren van het nabijgelegen gymnasium te kwetteren, ze wachten tot de dansvoorstelling in de theaterzaal begint. In de bibliotheek op de begane grond snuffelen een vader en dochter tussen de uitgestalde boeken. Op de trap bij de gymzaal sjouwen leerlingen van de Dominicusschool, die ook in dit gebouw huist, met rekwisieten voor de eindmusical.

Gevuld met activiteiten

“Dit is een superbruisend centrum”, omschrijft Dorothe Lucassen de Cereolfabriek. “Er is hier altijd wat te doen. Muzieklessen, workshops, optredens, repetities, taalles, alle ruimtes zijn bijna continu gevuld met activiteiten en we delen als gebruikers de ruimtes ook zo veel mogelijk met elkaar.” Lucassen is directeur van Het Wilde Westen, een organisatie die kunst en cultuur organiseert met, en voor de wijkbewoners.

Dit industriële monument aan het Utrechtse Merwedekanaal werd in 1908 als Stichtse Olie- en Lijnkoekenfabriek (SOL) gebouwd door een coöperatie van boeren. Er werd olie uit lijnzaad gewonnen en van de restanten werden veekoeken gemaakt. In 1973 kwam er een sojaverwerkende fabrikant in het pand.

Overlast voor de wijk

Lucassen woonde destijds in de buurt en weet nog goed dat er een actiecomité was waarin wijkbewoners actie voerden tegen de Central Soya, zoals de fabriek toen heette. “Er was zoveel stank- en geluidsoverlast. Vrachtwagens met gevaarlijk ontplofbaar hexaan reden af en aan door deze woonwijk. Veel mensen wilden die fabriek hier weg hebben.” Dat lukt in 2002. “Toen heeft de gemeente Utrecht ook gezegd: zo’n gevaarlijke fabriek middenin een woonwijk, dat willen we niet en is de Central Soya uitgekocht. Misschien ook wel naar aanleiding van de vuurwerkramp in Enschede, een jaar eerder.”

Appartementen en woningen

Jan den Boer was destijds projectleider bij de gemeente en had als opdracht om een aanbesteding voor te bereiden, zodat de voormalige fabriek, een rijksmonument, kon worden herbestemd tot appartementen en woningen. Hij zegt nu: “Dat hebben we toen niet gedaan en daar ben ik nog steeds trots op. Ik ben persoonlijk een groot voorstander van participatie en samenwerken, dat heb ik in gang gezet en dat heeft hier uiteindelijk tot een veel beter resultaat geleid.” Twee gebouwen van de PTT naast de fabriek waren gekocht door ontwikkelaars Heijmans en Blauwhoed, zo konden we een integraal plan maken. Er kwamen bewonersavonden en de buurt leverde enthousiast input: ze wilden de bibliotheek graag in het gebouw, een grand café en Het Wilde Westen, dat niet over een vaste eigen plek beschikte. De plannen ontwikkelden zich en iedereen had er zin in.

Tranen in de ogen

En toen ging het gebouw in de nacht van 29 op 30 juni 2008 in vlammen op. “Ik stond op maandagochtend met tranen in mijn ogen naar de resten te kijken”, zegt Jan den Boer. “Alleen de muren stonden nog overeind. De boel stond op instorten.” Dat laatste viel wel mee in de ogen van Ron Spaan. “Die muren waren aan de basis 88 centimeter dik en bovenin 44 centimeter. Dat waren geen muren, dat waren stadswallen. Die bleven heus wel staan.” Spaan kwam namens BOEi kijken of hier nog iets te redden viel. Den Boer: “Heijmans en Blauwhoed zijn niet ervaren in de omgang met een monument dat op instorten staat. BOEi is gewend om met dit soort ellende om te gaan, om te werken met dit soort ruïnes. Als gemeente wilden we geen enkel risico lopen, maar BOEi wist hoe ze het konden doen en wie ze daarvoor moesten hebben. Zij konden het plan redden en overtuigden ons: Wij doen dit overal, vertrouw ons maar.” Dat lukte ook, kijkt Ron Spaan terug. “Het was ook wel een beetje een gevalletje ‘in de brand, uit de brand’. Het monument had veel en lage verdiepingen, in verband met de toenmalige gewenste vierkante meters opslagruimte. Dat was lastig voor de herbestemming. Na de brand is eigenlijk een compleet nieuw plan gemaakt en hebben we uiteindelijk een nieuw gebouw tussen de oude muren gezet.”

Middenin de crisis

Dorothe Lucassen kijkt met veel plezier terug op het proces dat toen volgde. “Wij zaten als toekomstige gebruiker echt aan tafel. Het was niet: wij regelen het even en straks mag jij die ruimtes gaan gebruiken. We mochten meepraten.” De oorspronkelijke plannen gingen dus van tafel. Minder woningen en alleen nieuwbouw, geen parkeergarage. Besloten werd om de monumentale fabriek te herbestemmen tot bibliotheek, een restaurant, een basisschool en het Wilde Westen. “Maar het was spannend”, zegt Jan den Boer. “We zaten middenin de crisis, maar het is gelukt. Voor mij is de kern ook: Leg je bij de start niet helemaal vast. Er was hier aanvankelijk een budget van 1.6 miljoen, maar er is uiteindelijk vanuit veel verschillende hoeken bijna 25 miljoen voor vrij gekomen. Het is een enorm rijk en waardevol resultaat.” Het gebouw dat de wijkbewoners decennialang overlast bezorgde, is nu een inspirerende en fantastische plek en een groot succes als multifunctionele accommodatie. BOEi nam ook nog eens de silo uit de jaren ’30 er bij. Die was anders gesneuveld.

De industriële sfeer van het gebouw is in het interieur nog overal aanwezig. Grove oude bakstenen muren, rauw beton, indrukwekkende stalen balken: “Wij zeiden direct: stop het geld voor de verf en de stuc en de afwerking maar ergens anders in”, zegt Lucassen. “We wilden zoveel mogelijk van het oude gebouw in het zicht laten. BOEi zat ook helemaal op die lijn, dat werkte fantastisch.”

Pijnpuntje

Er is één pijnpuntje. BOEi had graag voor een symbolisch bedrag ook de elevator gekocht die aan het water staat. Maar het Rijksvastgoedbedrijf besloot de hijskraan aan de hoogste bieder, een andere partij, te verkopen. Alweer twee jaar  staat dat stukje industriële geschiedenis ongebruikt en in steeds slechtere staat te verroesten en verkruimelen. “Doodzonde”, daar zijn alle betrokkenen het over eens.

Meer weten over ‘KIJK!, 25 jaar herbestemmen in Nederland’? Op onze website leest u meer over het boek en hoe u een exemplaar van dit bijzondere boek kunt bemachtigen.