Geef cultureel erfgoed een nieuwe toekomst en steun BOEi! - Doe mee

Mevrouw Delmee op school bij het Nemiusklooster Den Bosch

37_foto_delmee_schadewijk.JPG

Eerder spraken we al over de ervaringen van mevrouw Delmee in de wijk de Muntel. Nu vertellen we verder over haar schoolervaringen.

Op de Montessori
In de vroege jeugd van mevrouw Delmee (1932) had het klooster al de twee scholen voor kleuters. Ze vertelt: “Enerzijds was er de Montessori school. Die kostte één gulden in de maand en was dus ‘zogenaamd’ voor de rijken. De ander school was de Fröbel kleuterschool. Die kinderen gingen door een pootje aan de Gelderse Dam, want ze mochten natuurlijk niet door dezelfde ingang…” Dat vraagt om een toelichting: zegt mevrouw nu dat er zo scherp onderscheid gemaakt werd tussen arm en rijk? “Maar natuurlijk!”, vertelt Delmee verder, “Verschil maken gebeurde altijd, ook vroeger.” Ze pakt een foto uit een mapje: “Kijk maar, toen de pastoor vijfentwintig jaar priester was hebben ze met alle leerlingen een foto gemaakt in de tuin, dus Montessori en Fröbel bij elkaar dat deden ze toen wel. Kijk, hier sta ik, met een mutsje en mijn vingers in mijn mond. Wij van de Montessori hadden een mutsje en de kleuters van de Fröbel moesten achteraan staan en hadden alleen een lintje. Er moest toch weer even onderscheid gemaakt worden tussen de mensen…” Mevrouw licht daarna haar eigen situatie toe. Ze zat zelf dan wel op de Montessori, maar dat wil niet zeggen dat ze zelf rijk waren. Voor de familie Bruggeman was de schoolbijdrage namelijk een hele kluif: “Mijn vader verdiende 18 gulden per week en daar moest al 5 voor de huur af. Ik mocht toch op de Montessori van mijn moeder, maar dat kostte haar een rib uit haar lijf!”

37_delmee_schooltijd.jpg

De Zoete Lieve Vrouweschool
Na de Montessori school stroomt mevrouw Delmee door naar de Zoete Lieve Vrouweschool aan de Geldersedam, waar de zusters eveneens de scepter zwaaiden: “De nonnen hebben in die jaren veel goed werk gedaan. Ze hadden nog echte aandacht voor je. Nu gaat het heel anders, want een juffrouw heeft vaak ook nog een familie thuis, hè. Dus zo gauw de school uit is, rent ze naar huis om daar de kinderen te doen. Maar de zusters toen hadden verder niet veel te doen in het klooster, dus die hadden nog de tijd voor de leerlingen. Ze gaven vaak nog bijles na school.” “In mijn tijd was zuster Antonella het hoofd van de school. Antonella, dat was een flinke en stoere vrouw en een prettige zuster. En dan was er Zuster Gijsberdien, die had de vijfde klas en zuster Marie-Martine had de eerste klas, maar zij is al jaren dood.  We hadden wel een soort ontzag voor de zusters met hun kappen. Dat was in die tijd gewoon zo. Als meneer de huisdokter op bezoek kwam zorgde je ook dat er een nieuwe handdoek en een nieuw stuk zeep klaar lagen.”
Foto’s:
1.    Mevrouw Delmee doorzoekt haar fotoalbums, terwijl Dieuwertje van Schadewijk van Kloosterhotel De Soete Moeder aantekeningen maakt tijdens de BOEi verhalenstrooptocht. Mei 2016
2.    Klassenfoto van mw. Delmee uit de jaren 30. Mevrouw staat in de 2e rij van achteren met haar vingers in haar mond. Volg de regenpijp naar beneden tot de tweede rij en schuif één kindje naar rechts. Deze foto van mevrouw Delmee is een paar jaar geleden ook gebruikt om af te drukken op de wand in de jongerenhuisvesting in het voormalig pension aan de Geert van Woustraat.