Door de verbouwing zijn veel sporen van nonnen natuurlijk al aan het verdwijnen. Alleen in kleine hoeken kom je ze dan ineens nog tegen. Achter het raampje van de zijdeur hangt een wit gehaakt gordijntje dat nog door de nonnen gemaakt moet zijn. En in een kastje links bij dezelfde deur zijn de planken nog met plastic bekleed. Maar wat een gekke kast eigenlijk…hij heeft in feite drie toegangen, een bij de hal, één bij het kamertje er achter en een vanuit de kelder. Adri Ederveen van de Soete Moeder heeft er wel een verklaring voor: “Er wordt gezegd dat dit een doorgeefluik was voor brood.” Het verhaal gaat dat de nonnen er in hun teruggetrokken levensstijl niet zo’n trek in dat hadden dat Jan en Alleman zomaar binnen kwam in het kloosterdeel. De bakker, of bakkersjongen kon dan het brood naast de zijdeur door dit kastje aangeven aan een non die het in de andere kant aanpakte. Dat zou ook de reden zijn dat de planken met plakplastic zijn bekleed. Bevestigd is het verhaal niet: Adri hoorde het maar van één persoon. Door de hoek die de kast maakt lijkt het ook enigszins omslachtig om grotere hoeveelheden brood door binnen te brengen, maar het is wel een snelle verbinding met de kelder. Als u er meer over weet horen we daar graag over.
Foto 1: De (mogelijke) broodplank met plakplastic en het doorgeefluik naar beneden en boven.
Foto 2: Een laatste spoor van de nonnen: haakwerkje in een werkkast.