Geef cultureel erfgoed een nieuwe toekomst en steun BOEi! - Doe mee

Trappen: een wandeling door de collectie

JVD_1641-20170901.JPG

Blokhuispoort Gevangenis, Leeuwarden. Foto BOEi (Jan van Dalen)

 

BOEi Blog – door Kim Heuvelmans

Trappen kom je in de BOEi panden tegen in alle soorten en maten, van imponerend en rijk versierd tot simpel en sober. In deze BOEi blog kom je meer te weten over de geschiedenis van trappen en de verschillende soorten die we in de collectie hebben.

Een trap heb je nodig op het moment dat je een verdieping hebt. Dat klinkt als een open deur, maar zegt wel iets over de ontwikkeling van de trap. In eerste instantie werd vooral gebruik gemaakt van een verplaatsbare ladder naar een weinig gebruikte bovenverdieping maar al snel werd er waar mogelijk een trap neergezet. Denk maar aan de stenen wenteltrappen in oude kastelen, kerken en kloosters. Dit waren trappen van baksteen of natuursteen. Trappen werden steeds vaker nodig toen in steden de ruimte schaars werd en in de hoogte gebouwd moest worden. Daarnaast werd de vraag ook groter toen meer mensen een rookgaskanaal in hun huis kregen en de bovenverdieping voor meer functies te gebruiken was.  
 
5 anna ter muiden JvD_MG_1991.jpg
Kerk, Sint Anna ter Muiden. Foto BOEi (Jan van Dalen)
 
Omdat in Nederland weinig kostbaar natuursteen voorhanden was, werd zeker bij eenvoudigere huizen en bedrijfspanden vaak gebruik gemaakt van houten trappen.
De eerste houten trappen waren simpele trappen die niet veel meer waren dan een verdiepte ladder.
 
1 bonskazerne JVD_MG_3214-20151023.jpg
Generaal de Bonskazerne, Grave. Foto BOEi (Jan van Dalen)
 
Trappen konden ook iets zeggen over de sociale status van de eigenaar van het gebouw. Hoe luier de trap, hoe hoger de status. Een luie trap is een trap die langzaam stijgt en daardoor relatief veel ruimte in beslag neemt. In de loop van de 17e eeuw wordt een trap steeds vaker gezien als een onderdeel van de architectuur en hierdoor met meer zorg ontworpen. 
 
1 monnikenbergJVD_MG_0027-20150722.jpg
Landgoed Monnikenberg, Hilversum. Foto BOEi (Jan van Dalen)
 
2 Nemiusklooster-20190325_19.jpg
Nemiusklooster, Den Bosch. Foto BOEi (Jan van Dalen)
 
2 vincentius JVD_0728-20171025.JPG
Huize Vincentius, Udenhout. Foto BOEi (Jan van Dalen)
 
Trappen zijn grofweg in te delen in twee soorten: rechte trappen en wenteltrappen. Wenteltrappen konden erg hoog worden maar waren niet geschikt voor het verplaatsen van goederen. In industriële panden, oude ziekenhuizen en kazernes bij BOEi kom je ze dan ook bijna niet tegen. 
Hier vind je vooral veel bordestrappen (als de foto hieronder van de Centrale Markthal) en enkele keizerstrappen (zoals de foto hierboven van de trap in het hoofdgebouw in Huize Vincentius). 

3 Centrale Markthal JvD_MG_3561.jpg

Centrale Markthal, Amsterdam. Foto BOEi (Jan van Dalen)

 

2 bonskazerne JVD_MG_3250-20151023.jpg

Generaal de Bonskazerne, Grave. Foto BOEi (Jan van Dalen)

 

2 van Heutzkazerne JJVD2660-20160722.jpg

Schoolgebouw Van Heutszkazerne, Kampen. Foto BOEi (Jan van Dalen)

 

Bij het ontwerp van een trap spelen diverse elementen een rol. Van belang voor de beloopbaarheid van de trap is de hoogte en diepte van de tredes. De optrede (hoe hoog de trede is) standaard tussen de 185 en 210 millimeter. Als deze hoger is wordt het lopen van de trap vermoeiend. Door met deze maten te spelen kunnen de gebruikers van de trap gedwongen worden om langzamer of juist sneller te gaan lopen. Over het algemeen is een eenvoudige trap het best beloopbaar. Het ontwerp en materialisering van de leunigen, traphekken, balustrades, de afwerking aan de muurzijde en van de tredes verschilt per periode, functie en regio. 

3 blokhuispoort JVD_4804-20180201.JPG

Stalen trap in de Blokhuispoort Gevangenis, Leeuwarden. Foto BOEi (Jan van Dalen)

 

6 ainsi MG_7119.jpg

Betonnen trap in het verpakkingsgebouw van de ENCI, Maastricht. Foto BOEi (Jan van Dalen)

 

3 vincentius JVD_0735-20171025.JPG
Huize Vincentius, Udenhout. Foto BOEi (Jan van Dalen)
 
Trappen met een verhaal

Trappen kunnen, net als het gebouw waar ze in zitten, een verhaal hebben en sporen laten zien van hun gebruikers. Een sprekend voorbeeld zijn de trappen in de Blokhuispoort-gevangenis in Leeuwarden. Aan deze trappen is te zien dat de gevangenis te maken had met overcapaciteit en de trappen te lijden hadden onder alle gevangenen die er dagenlijk over heen liepen. De tredes zijn op veel plekken behoorlijk uitgesleten en deze slijtage is bij de restauratie ook intact gehouden, als onderdeel van het verhaal van de oude gevangenis. Bij de wenteltrap is goed te zien dat de gevangen vooral gebruik maakten van de onderste verdiepingen: de tredes op de onderste verdiepingen zijn veel verder uitgesleten dan degene op de bovenste verdiepingen. De trap op de begane grond van het alkovengebouw was zo ver uitgesleten dat ze tussentijds gerepareerd moesten worden om de beloopbaarheid goed te houden: er werden stukken natuursteen ingelegd.

 

JVD_4172-20180108.JPG

Blokhuispoort Gevangenis, Leeuwarden. Foto BOEi (Jan van Dalen)

 

Bronnen

  • Trap en Trede, H. Janse, Den Haag 1995
  • Trappen, handboek voor timmerlieden betrokken bij restauratie van monumenten, Ries van Hemert, Stichting Nationaal Restauratie Centrum, Amsterdam 2007. Digitaal raadpleegbaar via de website van de NRC
  • ‘De weg naar boven. De plaats in van het trappenhuis in het zeventiende-eeuwse woonhuis’, Saskia Mijnjon (2011)