Geef cultureel erfgoed een nieuwe toekomst en steun BOEi! - Doe mee

Je hebt op de Markt je ziel en zaligheid liggen | Marktmeesters John en Aloys: "

‘Je hebt op de Markt je ziel en zaligheid liggen’

Centrale Markt -John en Aloys, marktmeesters
John en Aloys, marktmeesters

We spreken marktmeesters Aloys Wiegerinck (1954) en John Reijns (1956) in het kantoor van het Food Center Amsterdam (FCA). Het zijn de laatste twee overgebleven marktmeesters van een groep van eens meer dan twintig op de Centrale Markt.

Beiden zijn ze op het terrein gekomen eind jaren 80 en destijds aangenomen door Frans Croese. Ook Frans is vandaag bij het gesprek aanwezig om wat herinneringen op te halen.  Verhalen zijn er genoeg: “Je hebt na al die jaren wel echt je ziel en zaligheid hier op het terrein liggen, hoor”, zegt Aloys. In het FCA kantoor rechts van de poort houden ze via beveiligingscamera’s de centrale markt in de gaten en er gebeurt elke dag wel wat. “De actieve surveillance zit in de loge”, en wijst naar het kantoortje in de poort. “Vandaag heeft Flip dienst. Hij controleert de passen van bezoekers als het nodig is en houdt ook een oogje op de monitoren. We noemen het gekscherend wel eens Checkpoint Charlie.

“Er hoeft maar even iemand niet op te letten en er drukt een vrachtwagen een personenauto aan de kant.”

De taak van de marktmeester is enerzijds controlerend, maar ook dienstverlenend. Als er problemen zijn, springen de marktmeester bij.  Bijvoorbeeld als er een stier ontsnapte op het abattoir. Maar als er wat mis loopt of gesjoemeld wordt, dan moeten ze ook kunnen ingrijpen. Zo maken John en Aloys van alles mee: “Er hoeft maar even iemand niet op te letten en er drukt een vrachtwagen een personenauto aan de kant. Die chauffeur merkt daar helemaal niks van, dus die rijdt dan gewoon door, maar je auto heeft wel een ander model gekregen. Dan gaan wij op kantoor de beelden terugkijken om de chauffeur te vinden.”

Aloys: “Illegaal afval dumpen letten we ook goed op, dat is geregeld aan de orde. Een keer was het wel héél erg, toen vonden we een berg slachtafval waar de maden zo uit kropen.” John trekt een gezicht vol afkeer: “Dat was dan ook een milieudelict én een gevaar voor de volksgezondheid. We konden met de camerabeelden terugzien dat op een bepaalde tijd een wagen stond op de bewuste plek. Die gegevens koppelden we dan aan het tijdstip dat die wagen het terrein verliet en omdat de chauffeur zijn kaart gebruikt voor de slagboom, konden we de dader snel terugvinden. Er moest een speciaal bedrijf komen om het op te ruimen, dat heeft die man wel een duizendje gekost, beloof ik je. Meestal komt het zo ver niet, bij kleine delicten is aanspreken genoeg. Dan nemen we gewoon digitaal de toegangskaart in, dan gaat de slagboom niet meer open en dan komt de man vanzelf bij ons langs als hij de volgende keer aan de poort staat.”

Toch gebeuren er ook wel heftigere dingen. Dat is zeker niet aan de orde van de dag, maar door de grotere intensiteit zijn het natuurlijk wel de momenten die de marktmeesters zich goed herinneren. Aloys: “Ik heb wel eens dat gehad dat twee mensen mekaar ineens met stalen pijpen te lijf gingen. En ik heb een keer een echtpaar uit elkaar moeten halen. Die vrouw zat met een veiligheidshamertje op de bus van de man te meppen. Tegen die grossier die er bij stond heb ik gezegd ‘Hou jij die vrouw effe vast, dan zet ik die man klem.’  Toen alles weer rustig was, begonnen ze bij de poort buiten opnieuw. Ja, dan moet de politie het maar oplossen, hoor.” John: Of weet je nog die twee uitbeners van het abattoir, die achter elkaar aanvlogen met slagersmessen. Dat was me wat. Formeel zegt de politie dat wij daar uit moeten blijven, natuurlijk. Maar wat moet je dan? Die gasten steken elkaar dood als je niks doet! Dus toen we hebben de auto er tussen gezet om ze uit elkaar te houden. Het bloed zat overal. Als wij bellen dan is de politie er gelukkig rap, hoor, en niet met één auto, maar met een stuk of zes. Ze weten dat het dan menens is. Gelukkig gebeuren dat soort dingen niet zo vaak.”

Zie ook ‘De Marktmeester’, de korte film die we maakten in 2019:

 

Foto: Aloys en John voor hun wagen.

Met dank aan Aloys Wiegerinck , John Reijns en Frans Croese.

Tekst: Jobbe Wijnen