Geef cultureel erfgoed een nieuwe toekomst en steun BOEi! - Doe mee

Waardevol proces leidt ooit tot herbouw van kasteel

Dit artikel maakt deel uit van het boek KIJK!, over 25 jaar herbestemmen door BOEi.

‘Proces wordt product’ is de slogan die BOEi gebruikt als het over Slot Schaesberg gaat. Je zou ook kunnen zeggen: de reis is hier minstens zo belangrijk als de uiteindelijke bestemming. Dat einddoel, herbouw van een 17e -eeuwse waterburcht in het Zuid-Limburgse Landgraaf, duurt misschien wel 25 jaar. Maar nu al is dit project voor de mensen die erbij betrokken zijn van groot belang. Voor sommigen is het een zinvolle dagbesteding, een stap op de weg terug naar de samenleving. Anderen kunnen nuttige werkervaring opdoen en zo hun afstand tot de arbeidsmarkt verkleinen. Voor vrijwilligers is het zinvol en prettig vrijwilligerswerk. “De maatschappelijke winst is niet in geld uit te drukken”, zegt voormalig wethouder Ramon Lucassen van Landgraaf. “Social return is bij dit project erg belangrijk.”

Historische nutstuin

Aryan Klein is sinds 2012 projectdirecteur van de Stichting Landgoed Slot Schaesberg en dagelijks op het 6 hectare grote terrein aanwezig. Zijn tomeloze inzet laat het project groeien. Letterlijk. Want inmiddels onderhouden de vrijwilligers een historische nutstuin met medicinale planten en kruiden, die ze eerder zelf aanlegden.
Er is door andere medewerkers een traditioneel Limburgs vakwerkhuis gebouwd, met eiken spanten en leemvulling. Daar zit nu een werkende smederij in, met kolenvuren. “Zodat we zelf nagels en spijkers en deurbeslag kunnen smeden.” Want dat is het idee; herbouw met traditionele technieken die soms al helemaal verloren zijn gegaan. De herbouw van de Poorttoren van het vroegere 17e -eeuwse kasteelhoeve is in volle gang.

En er is een bezoekerscentrum, het complex is niet alleen re-integratieplek maar ook bouw- en ontdekplek; een attractie. Onlangs werd de bouw van een veerpontje afgerond ‘zodat mensen nu over de gracht naar de historische boerderij kunnen varen.’ Er is een horecavoorziening en een kleinschalige kinderboerderij met historische boerderijdieren: ‘Geen plofkip maar een baardkuifhoen. Een historisch ras, zoals we ook oude biggen- en geitenrassen hier rond hebben lopen.’ Van een verwaarloosd terrein met kasteelrestanten – 40 jaar lang het domein van verslaafden en verschoppelingen -, verandert dit elke dag meer in een uniek cultuurhistorisch attractiepark, een toeristische bestemming.

Openluchtmuseum

Klein, die zijn carrière begon op de Bataviawerf, vergelijkt zijn werkomgeving met de sfeer van het Arnhems Openluchtmuseum. “Er gebeurt hier van alles. We voegen steeds nieuwe dingen toe en zo wordt de attractiewaarde ook steeds groter.” Het project functioneert als leerwerk-plaats, een opleidingscentrum voor het beroepsonderwijs, waar jongeren een ambacht kunnen leren. “Er is een groot tekort aan ambachtsmensen. Die kunnen wij hier opleiden; het is in feite een Erfgoedcampus.

Zeker in het erfgoedonderhoud zijn nog steeds mensen nodig die bijvoorbeeld een leitje op maat kunnen maken op een dak. En wat ze hier leren en maken koppelen we aan de bouwactiviteiten op het terrein. Zo leiden we mensen op, we gebruiken historisch verantwoord en ambachtelijk vervaardigd materiaal én we verwerven veel kennis.” De productie en het ‘bouwen en sjouwen’ is bovendien interessant voor bezoekers, die het leuk vinden om te zien ‘hoe ze dat vroeger deden’, merkt Lucassen. Dat betekent bijvoorbeeld dat er met houten steigers wordt gewerkt en niet met moderne lichtgewicht aluminium exemplaren ‘maar dat het natuurlijk allemaal wel aan de huidige veiligheidseisen voldoet.’ Lucassen: “De eerste jaren kwamen hier vooral mensen uit de buurt die nieuwsgierig waren. Nu is het echt een uitje. Mensen weten Slot Schaesberg steeds beter te vinden.” Straks kunnen bezoekers zelf aan de slag in de werkplaatsen, bijvoorbeeld met houtbewerking of weeftechnieken. “Zodat ze een ambachtelijke ervaring mee naar huis kunnen nemen. Wat onze mensen er zelf produceren gebruiken we voor de herbouw.”

Knipoog naar historie

De nieuwe gebouwen zijn met gebruik van authentieke materialen en technieken gebouwd ‘met een knipoog naar de historie’, zegt Klein. Er is hier sprake van ambachtelijk werk tussen toen en nu waarbij we samenwerken met de Design Academy in Eindhoven: “Zowel de boerderij als de smederij zijn bijvoorbeeld veel groter dan ze ooit hebben bestaan. Omdat we onze bezoekers ook een bijzondere ervaring willen bieden. Moderne digitale technieken worden losgelaten op historische opgaven zoals het herbouwen van het helmdak van de Poorttoren”.

De partnerschappen die er zijn, zijn onmisbaar voor het succes, zeggen Lucassen en Klein. Gemeente en provincie dragen bij, en er is samenwerking met het bedrijfsleven en opleidingsinstituten. “We hebben beperkte budgetten. Maar door te werken met mensen met afstand tot de arbeidsmarkt, bijna 80 vrijwilligers, stagiaires en cliënten van de crisisopvang van de Levanto-groep, lukt het. Een echte erfgoedgemeenschap. Het gaat niet om snelheid. Het gaat om wát er gebeurt, maar ook om hoe het gebeurt; het proces is het product.”

Meer weten over ‘KIJK!, 25 jaar herbestemmen in Nederland’? Op onze website leest u meer over het boek en hoe u een exemplaar van dit bijzondere boek kunt bemachtigen.