Geef cultureel erfgoed een nieuwe toekomst en steun BOEi! - Doe mee

Stoere silo blikvanger van Havenkwartier

Dit artikel maakt deel uit van het boek KIJK!, over 25 jaar herbestemmen door BOEi.

Veel mensen denken dat de kleur van de Zwarte Silo te maken heeft met decennialange roetaanslag, een gevolg van het industriële proces dat er ooit plaatsvond. Gijs van Elk, van de Stichting Industrieel Erfgoed Deventer (SIED), weet beter. “Het is gewoon een teerachtige verf die het gebouw waterdicht moest maken. Er waren aanvankelijk veel vochtproblemen.”

Overslag van graan

De Zwarte Silo (en het erachter gelegen jongere grijze exemplaar) werd tot de eeuwwisseling gebruikt door de landbouwcoöperatie CDL (Combinatie Deventer Lochem), voor de overslag en verkoop van graan. De Zwarte Silo werd in 1924 gebouwd door de firma A.J. Lammers. Het grijze exemplaar is van 1961. De Zwarte Silo was de eerste betonsilo van Deventer en lag strategisch gunstig aan de beoogde nieuwe binnenhaven. In de directe omgeving werden nog een paardenstal, zoutloodsen en een pakhuis met kantoor gebouwd.

Authentiek en rauw

Inmiddels staan de silo’s in wat het ‘Havenkwartie’r heet. Op havenkwartier.nl heet het: ‘authentiek met volop rauwe elementen uit een ruig verleden’ en ‘misschien wel de meest creatieve woon &werkwijk van Deventer.’ Een ‘heel charmant deel van de stad’, bevestigt Marco Odding van de gemeente Deventer. Dat komt vooral door de mix van wonen, werken en horeca. “De entourage is bijzonder. Er meren nog steeds grote schepen aan. Het is een nog werkende haven met een aantal prachtig gerenoveerde industriële gebouwen.”
Dat laatste zat aanvankelijk helemaal niet in de plannen van de gemeente, die de silo’s later zou kopen. Alles platgooien en 1.400 nieuwe woningen bouwen, dat was eigenlijk de bedoeling, zegt Odding. “De gemeente wilde het gebied in eerste instantie op de traditionele manier ontwikkelen.”

Tegenstanders

De Stichting Industrieel Erfgoed Deventer (SIED), die de zwarte silo al tien jaar via de CDL in gebruik had omdat hier geen graan meer werd overgeslagen, was uiteraard een fel tegenstander van die plannen. SIED gebruikte het gebouw onder meer voor de opslag van materiaal, de verzamelde collectie en organiseerde er tentoonstellingen op het gebied van industrieel erfgoed. Er kwamen daardoor vaak veel bezoekers over de vloer, die het gebouw steeds meer gingen waarderen. Tijdens de jaarlijkse Open Monumentendag was een bezoek aan de tentoonstelling in de zwarte silo en een bezoek aan de grijze silo altijd een topper in de stad. Het wás ook bijzonder, zegt Gijs van Elk, destijds voorzitter van de SIED. Vijftien grote zeshoekige cellen aan de binnenkant van de silo maakten indruk. Er stonden nog grote weegschalen in het gebouw en de vrijwilligers van de SIED vertelden hoe het er vroeger aan toe ging. De vroegere directiekamer en het kantoor fungeerden bij de SIED als vergader- en ontmoetingsruimte. In een wand van het kantoor zat een loket en binnen waren twee grote kluizen. “De boeren die er graan kochten, hadden altijd een stapel bankbiljetten op zak en rekenden bij het loket contant af. Handig dus als er kluizen in de buurt zijn.”

Liefhebbers van erfgoed

Toen de gemeente met de plannen voor een compleet nieuwe woonwijk op de proppen kwam, ontstond er direct protest. Vanuit de hoek van de liefhebbers van erfgoed en SIED uiteraard, maar ook in de politiek en bij de bedrijven in de buurt vielen de plannen niet goed. Odding was eerder betrokken bij de ontwikkeling van het DRU Industriepark in Ulft, en zag dat een andere aanpak hier misschien ook beter zou kunnen werken. “Ook bij de gemeente Deventer ontstond de voorkeur voor meer adaptieve stedenbouw, voor geleidelijkheid en van onderaf beginnen. Dat werd de trend en wij waren daar al heel vroeg mee.” De crisis versnelde dit idee. De twee silo’s werden uiteindelijk door de gemeente gekocht ‘en we hebben ze daarna bij BOEi onder de aandacht gebracht.’ In 2012 werd BOEi eigenaar van de Zwarte Silo. Voor het bekende symbolische bedrag, met bijbehorende restauratie- en instandhoudingsplicht. Waar de economische situatie ervoor zorgde dat commerciële partijen weinig interesse toonden in het gebied, zag BOEi wel kansen. De silo werd opgeknapt en beleefde een aantal succesvolle jaren als fooddock, een overdekte culinaire markt.

Pareltjes

Inmiddels heeft het gebouw weer een nieuwe functie: horeca en vergaderlokatie. De silo is zwarter dan ooit. De grijze silo staat ook nog te shinen op de oude plek. Dat gebouw werd aan een particulier verkocht en is omgebouwd tot een combinatie van woning en kantoor. De twee silo’s zijn echt de pareltjes van het gebied, zeggen zowel Odding als Van Elk. Odding: “Inmiddels hebben particuliere eigenaren ook hun gebouwen daar opgeknapt. Wat dat betreft heeft BOEi laten zien wat er mogelijk is en duidelijk de rol van aanjager vervuld.”

Als u een BOEi-obligatie koopt of Vriend van BOEi voor het leven wordt, ontvangt u het boek ‘KIJK!, 25 jaar herbestemmen in Nederland’ cadeau. Boordevol foto’s en artikelen over nieuw leven voor oude gebouwen. Meer informatie vindt u op onze website.