Geef cultureel erfgoed een nieuwe toekomst en steun BOEi! - Doe mee

Op historisch terrein leerfabriek ontstaan nu nieuwe verhalen

Dit artikel maakt deel uit van het boek KIJK!, over 25 jaar herbestemmen door BOEi.

De rol en betekenis van de Koninklijke Verenigde Leder (KVL) voor het leven van de inwoners van Oisterwijk is bijna niet te overschatten. Ook nu nog kent iedereen in Oisterwijk wel iemand die ooit bij de KVL werkte. Het was de grootste en belangrijkste werkgever van de regio, tot de sluiting in 2000. “Hier werd geleefd, gelachen, gewerkt en gehuild” keek een oud werknemer een paar jaar geleden terug in de regionale krant. “Een hele generatie was hier aan de slag. Kinderen groeiden op met KVL.” Er stonden diverse gebouwen op het terrein zoals een leerlooierij, schuurderij, een spuiterij en een lakfabriek.

Eigen voetbalclub

De arbeiders van de leerfabriek (in de hoogtijdagen werkten hier 1.200 mensen) hadden een eigen ontspanningsvereniging, die snel evalueerde tot voetbalclub. Waar Philips PSV had, kende Oisterwijk Nevelo (Nederlandse Verenigde Leder Oisterwijk). Toen de club in een later stadium competitie wilde gaan spelen, bleek zo’n fabrieksnaam niet meer toegestaan. Dus werd de betekenis van Nevelo ineens: Noeste Eenheid Voert Elkeen Langzaam Opwaarts.

Ondernemer met groots hart

De KVL werd in 1916 opgericht als de NV Lederfabriek Oisterwijk, door de Tilburgse zakenman Christ van der Aa. Een man aan wie met veel genegenheid wordt terug gedacht: ‘een groots ondernemer met een groots hart’. De KVL had een eigen bedrijfsarts, een eigen brandweer en, bijzonder: al heel vroeg een eigen maatschappelijk werkster. Er was aandacht voor het welzijn van de werknemers, zeggen oud-werknemers in filmpjes die tijdens een reünie zijn gemaakt. Bijzonder was de ‘hoogtezon-kamer’ waar alle kinderen van werknemers ’s winters langs mochten komen voor een dosis vitamine D onder de warme lampen. “En ook andere kinderen uit het dorp mochten daar gewoon aanschuiven”, aldus een vroegere maatschappelijk werkster. Natuurlijk was het zwaar en vuil werk, kijken kinderen van oud-werknemers terug in een filmpje tijdens een open dag. “Maar dat was ook veel gebruikelijker in die tijd. De sfeer was goed, mensen werkten hier met plezier.”

Verhalen geven waarde

Hoezeer iedereen zich verbonden voelt met de historie van het terrein blijkt ook al uit het feit dat het Brabants Dagblad een speciaal dossier bijhoudt, waarin álle verhalen rondom de KVL terug te vinden zijn. Een paar jaar geleden verscheen er een jubileumboek: ook daarin vertellen oud werknemers trots over hun vroegere werkgever. Clemens Veraa, namens BOEi betrokken bij de herontwikkeling van het gebied, noemt het boekstaven van zulke verhalen belangrijk. “Zo geef je een gebied waarde. Het was niet alleen een vies en verlaten industriegebied; er horen mensen en herinneringen bij.”

Verloederen

De KVL was ooit de grootste leerlooierij van Europa en de verschillende gebouwen stonden op een enorm terrein langs het spoor. Na sluiting van de fabriek stonden het terrein en de gebouwen decennia lang te verloederen, tot verdriet van de gemeenschap. In 2009 werden de gemeente Oisterwijk en de provincie Noord Brabant eigenaar van het terrein en werd een begin gemaakt met de herbestemming van zeven gebouwen die zijn blijven staan.

Het ging onder meer om het hoofdgebouw, het U-gebouw, het brandweergebouw en het ketelhuis met stoommachine, het voormalige laboratorium, de looierij en de lakfabriek. Behalve het U-gebouw zijn de panden allemaal aangewezen als rijksmonument. Het terrein was zwaar vervuild (onder meer met asbest) en een aantal gebouwen werd gesloopt.

Het Ketelhuis – met stoomgenerator – is nu in gebruik als evenementenhal en brouwerij. In een ander deel van het complexzijn zo’n 60 verschillende bedrijven gehuisvest. Er is horeca, de bakkerij van Robèrt van Beckhoven, een danscentrum en het Europees Keramisch Werkcentrum zijn er gevestigd.

Schoenen en tassen

De voormalige Lakfabriek (hier werd leer geverfd en gelakt en zo geschikt gemaakt voor de schoenen- en tassenindustrie) werd aangekocht door BOEi en is inmiddels getransformeerd tot 26 wooneenheden met een loftachtig karakter. Her Leerlokaal is ook aangekocht door BOEi en is het oudste gebouw op het terrein. Veraa: “Het was zó slecht, het stond op de slooplijst. Maar het was ook een pareltje én rijksmonument. Het was financieel moeilijk dicht te rekenen, maar met hulp van de provincie is het gelukt.” Dit gebouw is nu een kantoor en er zit een ICT-bedrijf in. De aanpak van de herbestemming was bijzonder: onder leiding van professionals namen jongeren die als leer- en werktraject voor hun rekening.

Het U-gebouw is als laatste verkocht aan de Turkse vastgoedfirma Polimeks, die er veel geld voor over had, en het inmiddels deels heeft laten slopen. Er komt een nieuw hotel op die plek. BOEi viste achter het net met een lager bod. Het hele KVL-terrein kenmerkt zich door een mix aan functies en permanente levendigheid. Clemens Veraa: “Er worden weer nieuwe verhalen gemaakt, door de mensen die hier nu wonen en werken.”

Gedenknaald

BOEi heeft laten weten zorg te zullen dragen voor het behoud van de gedenknaald die op het terrein staat, een cadeau van het personeel aan oprichter Van der Aa bij het 25-jarig bestaan van de fabriek in 1941. Het beeld, een ontwerp van de Tilburgse beeldhouwer Toon van Wiel, is gemaakt van tufsteen, een materiaal dat niet geschikt blijkt om in het Nederlandse klimaat permanent in de buitenlucht te staan. BOEi kocht de gedenknaald in 2018 aan van de provincie. Het verbeeldt een wereldbol met drie gebeeldhouwde figuren in leerlooierskleding, met bijbehorend gereedschap. Treurig detail: Christ van der Aa stierf tien dagen voor het 25-jarig jubileum en heeft het cadeau van zijn personeel dus nooit met eigen ogen kunnen aanschouwen. De begrafenisstoet met zijn kist maakte daarom een speciaal rondje langs de fabriek.

Meer weten over ‘KIJK!, 25 jaar herbestemmen in Nederland’? Op onze website leest u meer over het boek en hoe u een exemplaar van dit bijzondere boek kunt bemachtigen.