Geef cultureel erfgoed een nieuwe toekomst en steun BOEi! - Doe mee

Met een koffer vol geld naar de Hema - ENKA Ede

Met meer dan tweeduizend werknemers zijn er veel verhalen te vertellen over de ENKA. Deze keer laten we Jan Klomp (65) aan het woord. Hij was van 1982 tot 1992 werkzaam in de boekhouding – tegenwoordig zou je dat Finance & Control noemen – en daar komt heel wat bij kijken. Jan was namelijk niet iemand die achter zijn bureau bleef zitten, hij ging er juist op uit. Hoe ervoer hij zijn tijd bij de ENKA? “Ik liep wel eens met honderdduizend gulden in een koffertje door Ede.”

Het is een bewolkte lentedag wanneer Jan Klomp ons verwelkomt in zijn huis in Oud Ede-Zuid. Hij neemt ons mee naar zijn woonkamer waar we terugkeren naar de jaren tachtig en negentig: de tijd waarin Jan werkzaam was bij de ENKA in Ede. “In die tijd waren computers nog niet zo gebruikelijk zoals nu”, begint Jan. “We hadden één computer en die moest je met vier of vijf mensen delen.” De toen nog 25-jarige boekhouder had een uurtje per dag om alle gegevens in te voeren. Een dag later kreeg hij grote vellen, “van die kettingformulieren” zoals Jan ze noemt, met mutaties erop. “Als er fouten in stonden, moest je die ‘s middags bij jouw beurt op de computer veranderen. Een dag later kreeg je die dan weer terug. Het waren andere tijden, dat kunnen we wel concluderen.”

Alle guldens opgeteld

Jan Klomp, oud kassier bij de ENKA (foto J. Apte).

Toen Jan net begon bij de ENKA werd hem gevraagd om een simpele taak uit te voeren: hij moest een aantal getallen bij elkaar optellen. Jan zag dat alles met zwarte balpen was geschreven. Maar toen hij alle berekeningen inleverde gebeurde er toch iets merkwaardigs. “Die meneer kreeg bijna een hartverzakking”, zegt Jan terwijl hij begint te lachen. “Je hebt álles opgeteld!, riep hij naar mij!” Wat namelijk nog niet bekend was in de fabriek, is dat Jan kleurenblind is. Er stonden blijkbaar niet alleen zwarte, maar ook rode bedragen op het papier. Die moesten  er niet bij opgeteld worden,  want dat waren de creditbedragen. “Ik zag dat niet! Ik zag alles in één kleur”, lacht Jan. “Voortaan hebben we bij alle rode bedragen een minnetje gezet.”

Naast de administratie werkte Jan als kassier, iemand die de kassa beheert. “Het was natuurlijk een grote fabriek. Helemaal in het midden zat de bedrijfskantine, waar nu een lagere school in zit”, legt hij uit. De medewerkers konden voor een rijksdaalder (2,5 gulden) een knipkaartje kopen om eten en drinken te halen. Al dat geld kwam in de kassa terecht die Jan beheerde.

“Er was ook een loket in deze kantine waar mensen geld konden lenen”, voegt de boekhouder toe aan zijn verhaal. Als iemand niet uitkwam met geld, konden ze in overleg een voorschot krijgen. Vooral voor de Spaanse, Turkse en Italiaanse medewerkers was dit voorschot belangrijk want zij gingen in de zomer vaak lang op bezoek bij familie: “Ze kwamen dan langs bij mij om het voorschot te halen.”

Met een koffertje vol geld naar de Hema

Het werk van de jonge Jan Klomp draaide dus helemaal om geld. Alles moest precies goed worden geregistreerd en verzameld. Maar het kasgeld van de kantine was eigenlijk alleen in munten. “Ik ging daarom naar de bank om het geld te wisselen of om extra geld op te halen”, zegt Jan. “We werden eerst altijd gebracht door een van de portiers.”

Jan vertelt glimlachend verder. “En daar kwam ik dus met mijn grote zware koffer. Want je beurde je trouwens een breuk aan zakken geld. Dat valt toch hartstikke op, dacht ik toen.” Op een gegeven moment is de boekhouder daarom op zijn baas afgestapt om te vragen of hij ook zonder de portier naar de bank mocht gaan. Dat zou veel minder opvallen. “Nou, en dat mocht wel, met z’n tweetjes dan.” Zo reisde Jan regelmatig samen met zijn collega af naar het centrum van Ede om de bank te bezoeken. Na die bezoekjes hadden de twee mannen ook wel eens zin in iets lekkers, dropjes wellicht. “Ik ben wel eens met honderdduizend gulden in mijn koffertje naar de Hema gegaan.” Jan begint steeds luider en enthousiaster te spreken. “Dan gingen we even dropjes halen. Daar stond ik dan met mijn koffertje tussen mijn benen! Kun je het je voorstellen?”, lacht hij. Niemand wist natuurlijk dat de jongeman zoveel geld bij zich had. Een aantal jaren later verdween helaas zijn taak om de bank te bezoeken. Vanaf toen werd al het geld gehaald en gebracht door van Gend&Loos waardetransport.

Van A tot Z

Als boekhouder bleef je niet alleen in je eigen kantoor, benoemt Jan. Eén van zijn andere taken was om één keer per maand de voorraad grondstoffen te berekenen. Er werden namelijk garens geproduceerd in de ENKA fabriek. Die garens waren het resultaat van een chemisch proces uit grote tanks. “Er werd elke maand berekend hoeveel er in zo’n tank zat. Dan konden wij zien hoeveel rekeningen wij al hadden gekregen.”

De meters van de tanks waren echter op leeftijd dus werkten niet altijd even goed meer. “Het was op een gegeven moment wel een oude fabriek”, lacht Jan. “Dus dan klopten we even op de tanks. Hoeveel zou erin zitten? Zeiden we dan tegen elkaar. Dat konden we uiteindelijk wel een beetje voorspellen!” Er waren zelfs tanks met loog erin, dat is een chemische oplossing die niet heel schadelijk is, zegt Jan. “Bij die tanks haalden we gewoon de deksel eraf. We hadden een lange stok met stukjes van tien centimeter die we dan in de put stopte. Aan het deel van de stok dat nat was, konden we precies zien hoeveel erin zat!” Alles werd opgeschreven en zo berekenden Jan en zijn collega’s wat de kosten waren per maand.

“Als boekhouder kwam je dus in de hele fabriek”, vertelt Jan glunderend. “Ik heb op een gegeven moment ook rondleidingen gegeven in de fabriek. Ik kende zelfs het productieproces van A tot Z.”

Aan alles komt een eind

De jongeman had zich zijn werk helemaal eigen gemaakt. Met zijn gezonde nieuwsgierigheid was er altijd wel iets wat hij even kon checken. “Ik werkte er met veel plezier. Tuurlijk, het is een fabriek, maar je moet er zelf een goede vorm aan geven, erop uitgaan.” De hardwerkende boekhouder maakte op een gegeven moment zelfs foto’s voor en van de fabriek. Hij fotografeerde voor het personeelsblad, ‘het plaatselijke sufferdje’ zoals Jan het zelf noemde. Hier stonden dingen in over jubileums, dingen die er gebeurd waren of mensen die met pensioen gingen. Het was in principe het tegenwoordige intranet, maar dan op papier.

“Die Jubileums werden trouwens ook gevierd. Het gebeurde natuurlijk wel eens dat iemand 25 jaar of langer bij de ENKA werkte”, voegt Jan toe. “Die persoon kreeg dan een receptie waarvoor ze werden opgehaald in diezelfde Opel waarmee ik naar de bank ging en werden gefeliciteerd door de directeur.” De jubilaris kreeg een envelop met een mooie bonus in cash. Die werd natuurlijk geregeld door de boekhouder.

Helaas komt aan alles een einde. Zo ook aan Jans baan als boekhouder bij de ENKA in Ede. Tien jaar lang heeft hij zich met plezier ingezet voor de fabriek. “Op een gegeven moment dacht ik: ik vind het hier heel leuk, maar veel verder omhoog kan ik niet”, legt Jan uit. “Ik had op dat moment alles wel gezien in de fabriek.” Het was dus tijd om iets nieuws uit te zoeken. Jan heeft veel verschillende banen gehad en werkt nu al zeven jaar bij de reclassering in Utrecht. Maar, de ENKA heeft altijd nog een speciaal plekje in zijn hart.


Met dank aan Jan Klomp

Interview: Jasmijn Apte & Julia de Lijster
Tekst: Tessa Kelderman
Eindredactie: Roos Veling
Foto’s: Jasmijn Apte & Julia de Lijster
BOEi eindbewerking: Jobbe Wijnen